Dit is het vroeger klooster van de cellenbroeders, die in 1473 toestemming kregen zich met 4 broeders in Sint-Truiden te vestigen. Hun taak was ziekenzorg en dodenzorg voor mannen, der rijcken om tamelijcken loon, ende de armen puerelijck om Gods wille. Vrouwen konden hiervoor terecht bij de grauwzusters. Na hun uitdrijving in 1798 werd het tijdelijk gevangenis, nadien burgerlijk tehuis voor zwakzinnigen. In 1842 vestigen zwartzusters er zich om een gemeentelijk weeshuis uit te baten. Nadat de zusters en het weeshuis in 1934 verhuisden naar een nieuwbouw aan de Gorsemweg werd het complex in loten verkocht op 20 mei 1935. Sindsdien zijn het individuele woningen, nummer 26 was tot recent restaurant en feestzaal.
Honderdduizenden zelfbouwkapelletjes
Priester Fernand Mariën, eerst onderpastoor in Jette en later kloosterdirecteur en godsdienstleraar bij de Ursulinen in Tildonk, startte in 1956 een nationale actie ‘Regnum Mariae’. Op zowat alle huisgevels verschenen houten kapelletjes met daarin een Italiaans plaasteren beeldje van de Madonna. De distributie kaderde in een Mariaal offensief van twaalf weken in de parochie met een propagandadag en een “koninginnedag” waarbij iedereen zijn zelfbouwkapelletje kon afhalen. Voor het vensterglas moest je zelf zorgen, want in principe was het kleinood gratis. Giften werden in dank aanvaard. Bij het overlijden van de initiatiefnemer in 1978 zouden er een kwart miljoen gevelkapelletjes verspreid zijn.
In de loop van de actiejaren veranderde het kapelmodel. Kenmerkend bleven de Maria-M getopt met kruisje en het gekroonde M-monogram dat verwees naar het Rijk van Maria. In de laatste fase waren de gevelkapelletjes actueel gestroomlijnd en in kunststof uitgevoerd. De honderden houten exemplaren in Sint-Truiden hebben de tand des tijds meestal niet overleefd. Ze worden zeldzaam.