Davidstraat

Davidstraat

Deze straat in Velm is genoemd naar de geestelijke en taalkundige Jan Baptist David (°Lier 25 januari 1801, +Leuven 24 maart 1866). Hij was voorzitter van de Katholieke Vlaamse studentenbond Met Tijd en Vlijt en betrokken bij de Vlaamse Beweging. Hij werd in 1823 priester gewijd in Lier en werd na een opdracht aan het Koninklijk Atheneum van Antwerpen en aan het Klein seminarie van Mechelen directeur bij het Pitzenburgcollege in Mechelen. Vanaf 1834 bekleedde hij de leerstoel vaderlandse geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij bekommerde zich om de Nederlandse taal in diverse functies en commissies en werkte mee aan het Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal. Het Davidsfonds ontstond in 1875 en werd naar hem genoemd. Het ijverde voor de erkenning van het Nederlands in België.



Situeringsplan Davidstraat


Jan Baptist David


Jan Baptist David

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Koningin Astrid, lieveling van het publiek

Verongelukte vorsten herdacht

De Zweedse prinses Astrid (°1909) werd in 1929 gemalin van onze Belgische vorst Leopold III. Ze verloor het leven bij een auto-ongeval in Zwitserland op 29 augustus 1935. De gemeenteraad hernoemde de Tentoonstellingsstraat al eind september in ‘Koningin Astridstraat’. In november 1937 organiseerde een comité van de Nationale Strijdersbond in het stadhuis een tentoonstelling van zandtapijt met de overleden Astrid op haar praalbed, om fondsen te werven voor een gedenkteken. Dat werd in de vorm van een postuum staatsieportret aangeboden aan het stadsbestuur tijdens de augustuskermis van 1939. Door de mobilisatie en de opeisingen ging deze plechtigheid met tentoonstelling verloren in het oorlogsnieuws.

De vermaarde Hasseltse portretschilder Jos Damien en zijn leerlinge-assistente Anne Rutten signeerden het schilderij.

Koningin Astrid wordt levensgroot en ten voeten uit afgebeeld in een paleisdecor en houdt een waaier van struisvogelveren vast. Ze draagt een witte galajurk met korte sleep en nonchalant gedragen losse mouwen. Oorhangers, armband en hanger met kruis tonen een groene smaragdkleur. De stralende vorstin draagt het zogenaamde ‘Diadeem der negen provinciën’. Dit kleinood, een verlovingscadeau van de Belgische bevolking uit februari 1925, bestaat uit een band met Griekse meandermotieven en werd door juwelier Van Bever vervaardigd. In de later herwerkte versie met ruiten zijn de elf briljanten ingewerkt als symbool van de toen negen provincies, plus België met vorstenhuis, plus Belgisch Congo.




In 1934 was in de inkomhal van het stadhuis al een gedenkteken opgericht voor vorst Albert I, na zijn tragisch klimongeval.