As djie os ziet, dan zen ve wirremal aroet,
’t Is oangeboure en ’t zit bet oos in ’t bloed,
Vil do te viere dan zen vielings do gein bei,
Vie koumen af, as djé da vroegt, op ien twie drei,
En in Sintruin is do wel alted iet te doen,
Hiel het joar dour, op elk moment, in elk seizoen,
Da gie van ’s mörregens vrug tot ’s oeves loat,
De Truineers gieven un, da is da ras apoat.
Refrein:
Dje huurt et al, dje vult et al,
’t Is fiest in elk geval.
Wint wirremal gielblauwvoetbal,
Das fieste be ne knal.
En hiel specioal be Carnaval,
Das fieste bouvenal,
Dus al bet al en ouveral,
’t Is fiest in elk geval.
Vie zen de manne van et Fiestelek Comitei,
En ver dei fieste zorrege vie op stond en tijd,
De vijftigjoarige ontvange vie op ’t stadhaas,
En Sinterkloos die hoale vielings och in haas.
Muziekkapelle speilen op ozen taptoe.
En ozze galabal da is ennen echte bijou.
Den handelsfour is reigelmoatig och terbij.
En Trudo moake vielings zeivejoarlijks blij.
Refrein (3x)
Millen 28.10.1823 - Morelia (Mex.) 06.11.1865
Molenaarszoon Wintershoven. Priester 1851, jongere broer van pastoor Hendrik Coenegrachts van Wilderen-Duras. Kapelaan hoofdkerk en eerste rector van Sint-Marten 1855, woonde op het huidige Sint-Maartenplein tegen het vroegere kerkhof. Leraar middelbare school. Geesteszorg voor soldaten van nabijgelegen kazerne.
Werd na tussenkomst van Mgr. De Ram, rector Leuven, aalmoezenier van Belgisch expeditiekorps als steun voor Maximiliaan, keizer van Mexico en schoonzoon van Leopold I in 1864. Scheepsreis met ‘Tampico’ van Saint-Nazaire naar Vera Cruz jaarwisseling 1864-1865 met het derde detachement. Nederlaag in Tacambaro 1865.
Richtte met enkele geneesheren militair hospitaal op in Morelia. Bij tyfusepidemie zelf bezweken in huis van notabele. Wegens verdiensten uitzonderlijk begraven in koor van Sint-Antoniuskapel nabij OLV-kerk van Morelia. Kelk geschonken door parochianen van Sint-Marten in 1864 werd in 1866 terugbezorgd aan de Sint-Maartenkerk ST