ST 18.03.1898 – Alken 18.03.1984 rustoord Terkoest, x 1924 Aline Groffy
Zoon van meester-kleermaker Lambert en winkeljuffrouw Maria Elisabeth Leenen. Onderwijzer 1918 en schoolhoofd H.Hartschool 1927-1956. Vader van striptekenaar Anne-Marie (°1925) en Lutgarde. Grootvader van HBVL-journaliste Marleen Vanwelkenhuysen. Modern huis in Sint-Trudostraat 1932. Startte als onderwijzer met het schrijven van toneelstukjes voor de klas, daarna met jeugdboeken en Vlaamse Filmkens, soms onder pseudoniem ‘Remy Puc’. In 1935 novelle en in 1937 eerste roman, die de zedelijke kwotering ‘liberale inslag’ kreeg. Medestichter in 1931 en voorzitter Kunstkring 1942-1959. Lid Geschiedkundige Kring, comité Festraetsuurwerk en bestuur Openbare Bibliotheek OLV. Secretaris Davidsfonds. Lid Vereniging Limburgse schrijvers. Hij verhuisde naar Hasselt in 1961. Als auteur van Jeugd- en volwassenenromans werd hij de Limburgse Elsschot genoemd. Zachte cynicus met veel realisme en zwarte humor. Lokaal bekendste werk is Het zwakke verzet, een naturalistische roman gebaseerd op historisch onderzoek. Gaf ook uit onder auteursnaam ‘Harry Prijs’. Novellen en toneel. Religieuze spelen zoals Sint-Lutgardisspel 1950 en Spel van Sint-Trudo 1955. Werkte mee aan Dietse Warande en Belfort, De Vlaamse Gids, Het Tijdschrift Nederland, De Vlaamse Toeristenbond, Ons Volkske, Kuifje, Het Belang van Limburg, De Tijdspiegel, het Sint-Truidensch Weekblad en het lokale weekblad De Tram onder de schuilnaam ‘Reinaert’. Correspondent Radio Limburg 1948-1954 en boekrecensies BRT omroep Hasselt 1958-1966. Toneelstukken De duivel danst (bewerking Geuzenvesper) en De ring der dwazen, uitgevoerd door KKVT Pol Stas. Scenario aflevering tv-reeks Schipper naast Mathilde, 1958. Jeugdherinneringen in onvoltooide Het waterkraantje, 1968. Hij overleed in rusthuis Terkoest, Alken, in 1982.
Wie was wie in Sint-Truiden
Honderdduizenden zelfbouwkapelletjes
Priester Fernand Mariën, eerst onderpastoor in Jette en later kloosterdirecteur en godsdienstleraar bij de Ursulinen in Tildonk, startte in 1956 een nationale actie ‘Regnum Mariae’. Op zowat alle huisgevels verschenen houten kapelletjes met daarin een Italiaans plaasteren beeldje van de Madonna. De distributie kaderde in een Mariaal offensief van twaalf weken in de parochie met een propagandadag en een “koninginnedag” waarbij iedereen zijn zelfbouwkapelletje kon afhalen. Voor het vensterglas moest je zelf zorgen, want in principe was het kleinood gratis. Giften werden in dank aanvaard. Bij het overlijden van de initiatiefnemer in 1978 zouden er een kwart miljoen gevelkapelletjes verspreid zijn.
In de loop van de actiejaren veranderde het kapelmodel. Kenmerkend bleven de Maria-M getopt met kruisje en het gekroonde M-monogram dat verwees naar het Rijk van Maria. In de laatste fase waren de gevelkapelletjes actueel gestroomlijnd en in kunststof uitgevoerd. De honderden houten exemplaren in Sint-Truiden hebben de tand des tijds meestal niet overleefd. Ze worden zeldzaam.