Jan Frans Willemstraat
Jan Frans Willems
Jan Frans Willems is op 11 maart 1793 in Boechout geboren. Als jonge schrijver publiceert hij vaak polemische stukken waarin hij het opneemt voor het behoud en de ontwikkeling van het Nederlandse taal- en volksbewustzijn. In die tijd was Vlaanderen nog ingelijfd bij Frankrijk. Het Nederlands kon dus wel een extra duwtje gebruiken. Na de overwinning op Napoleon in Waterloo (1815), vindt hij dat de natuurlijke bestemming van Vlaanderen in een nauwere aansluiting bij het Noorden ligt. Hij droomt van de herenigde Nederlanden als een welvarende staat waar het Nederlands als moedertaal erkend is en als bestuurstaal geldt. Vanaf de onafhankelijkheid van België trekt hij zich meer terug in zijn studeerkamer. De Belgische staat werd vanaf dan (1830) eentalig Frans, aangezien de heersende klasse zowel in Vlaanderen als Wallonië deze taal sprak. Zo kwam er een trage, maar gestage verfransing van het openbare leven in Vlaanderen op gang. Jan Frans Willems ontwikkelt initiatieven die de heropbloei van de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de uitbouw van zijn bibliotheek, het verzamelen van oude liederen, het uitwerken van een eenvormige spelling, het publiceren van moderne bewerkingen van Middeleeuwse teksten en de uitgave van zijn tijdschrift 'Belgisch Museum'. Hij wordt door velen beschouwd als de vader van de Vlaamse Beweging. Hij sterft op 24 juni 1846 in Gent. Zijn werk wordt vanaf 1851 voortgezet door het Willemsfonds: daarmee het oudste cultuurfonds van Vlaanderen.
Aldous Huxley.
Hij durfde ooit te schrijven over ons, Truienaren: Sommigen maken laken, sommigen suiker. Enkelen hebben cultuur, de rest helemaal niet!
Als bewijs van het tegendeel hangt aan een gevel op de Grote Markt sinds 1968 zijn naam in bronzen letters: Aldous Huxley.
Een aardige Belgische.
Huxley was een telg uit een Brits geslacht van beroemde en bijzonder knappe koppen. Hij studeerde letterkunde in Eton en Oxford. Op een feestje met Kerst 1915 in Engeland viel hem de frèle Maria Nijs op, een Belgische oorlogsvluchtelinge met grote, groenblauwe ogen. Ik heb tenslotte ook een aardige Belgische ontdekt, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, meende de slungelachtige, bijziende romanschrijver. Maria’s vader was een Kortrijkse textielbaron, maar moeder Marguerite Baltus stamde uit Sint-Truiden. De rijke koopmansfamilie Baltus woonde in het huis In de Roos op de Grote Markt. Van het een kwam het ander en na de Grote Oorlog trouwde Aldous met Maria. Rond die tijd verbleef de Brit bij oom Baltus in Sint-Truiden.
De inspiratie voor zijn novelle Uncle Spencer uit 1924 deed hij toen op. Het verzonnen Longres uit de novelle is Sint-Truiden, afgebeeld als zedig provinciestadje met een aardige burgerij. Ons interesseren natuurlijk de herkenningspunten : de onontkoombare beiaarddeuntjes, het stille begijnhof, het stadhuis in zachtgele pleister, de kermisattracties met de Dikke Madam die haar gezicht kon wassen met haar tiekes… De diervriendelijke Duitse bezetter beboette iedereen die nog varkens aan oren en staart over de zaterdagmarkt sleurde. Geen enkele verordening zat de boeren meer dwars dan deze.
Een citaat in de originele taal, waarin Huxley beschrijft hoe de Truienaren weerwraak namen op de arme biggen na het vertrek van de Duitsers eind november 1918: The first Saturday after the departure of the German troops was a bad morning fort he pigs. To carry a pig by the tail was an outward and visible symbol of revovered liberty; and the squeals of the porkers mingled with the cheers of the population and the trills and clashing harmonies of the bells awakened by the carilloneur from their four years’ silence. By ten o’clock the market was over.
Globetrotter Huxley werd in 1932 wereldberoemd door zijn bittere toekomstroman Brave New World en in 1954 met The Doors of Perception, een verslag van zijn experimenten met de druk mescaline. Maria stierf in 1955 en Aldous in 1963 te Los Angeles, net op de dag waarop president Kennedy werd vermoord.
Huxley-vorser
Leraar Roger Collart (+1996) was wel de hardnekkigste Huxley-vorser in onze stad. Zijn vaak gevraagde vertaling van Uncle Spencer wacht nog altijd op een uitgever! Ook Louis Sterken, Guido Wulms, Frank Decat, Danny Gennez en Jean-Pierre Rondas schreven over Aldous in Sint-Truiden. Huxley houdt de aandacht levend: in Munster (D.) is een heus studiecentrum gehuisvest. De Antwerpse sensatiejournalist en latere crimi-auteur Stan Lauryssens bracht een boek uit over Maria Nijs en haar stormachtige liefdesleven.