Bij de ontwikkeling van het gebied tussen Ziekerenweg en Halmaalweg besliste het stadsbestuur voor de straatnamen inspiratie te zoeken bij diverse lokale fruitsoorten.

De kers is een kleine, bolvormige vrucht die meestal een pit bevat. Technisch is het een steenvrucht. De kriek is een variant, deze is een zure kers (zie de officiële flora: rozenfamilie (rosaceae)). Alle krieken zijn dus per definitie kersen, maar niet alle kersen zijn ook krieken. Ook is er een witte kers: de witbuik.
Over de geschiedenis van de kers is vrijwel niets bekend. Ze zijn in het westen bekend geworden nadat ze door de Romein Lucius Licinius Lucullus meegebracht werden vanuit Kerasunta in de Pontus, Noordoost-Anatolië, rond het jaar 70 v.Chr.
Kersen worden verdeeld in twee verschillende botanische soorten, namelijk
In België wordt de zure kers gewoon 'kriek' genoemd. De zoete kers is genetisch diploïd. De zure kers is genetisch tetraploïd. De zoete kers wordt voornamelijk vers geconsumeerd en de zure kers wordt voor de industriële verwerking gebruikt. Beide soorten stammen waarschijnlijk uit Zuidoost-Europa en West-Azië. Helemaal vast staat deze herkomst zeker niet. In Limburg komt een wilde variant van de zoete kers voor, de boskriek(kers).
Vaux sous Chèvremont (L.) 21.09.1885 – 22.07.1958 , x Gertrude Schaps
Zoon van Emile en Josephine Dumont. IJzergieter. Huwde in Immersdorf (D.) 1912. Kwam in 1914 van Ougrée en vestigde zich in oude stroopfabriek. Samenwerking met Joseph Beauduin. Verkoop en herstelling machines voor nijverheid en landbouw. Ketels voor gemeentesoep en stroopstokerijen. Persen. Vlees- en groentenmachines. Gieter van onderdelen voor treinen en schepen, dieselmotoren, boormachines en draaibanken. Grafkruisen. Staallaswerken, drijfriemen, brandkasten, ketels, olie, vetten. N.V. Fonderies et ateliers Emile Brialmont leverde internationaal. Bij de interbellumcrisis omgeschakeld naar robuuste, gebrevetteerde ‘Brialmont’kachel s met acht luchtcirculaties voor o.a. scholen, kerken en fabrieken. Ook kacheltype ‘Belgische Staat’. Het bedrijf stelde tot 140 mensen tewerk. Schoonvader van Albert Vanslype. Zonen Albert Brialmont-Palms (1917-1986), burgerlijk ingenieur, en Gerard (1921-1999), en overnemer Dassel (D.), goten vanaf 1968 stoven en sierstukken zoals haardplaten, haardijzers, poorten, hekken, lantaarnpalen, brievenbussen en sierkanonnen, waarvoor ze houten karrenwielen opkochten. Het vml. bedrijfsterrein op Stayerveld werd in 1986 verkocht aan de sociale huisvestingsmaatschappij Nieuw Sint-Truiden. Gazometerstraat ca.1918. Houtstraat ca.1933. Tramstraat 1 ca.1938.
Mijnwerkersbuste in hol gietijzer met Emile Brialmont fondeur St-Trond.