Al in 1607 wordt in Brustem dye straete vander kercken naeden piepel gaende vernoemd. Zowel een huis, deze straat als een stuk grond wordt in oude documenten den piepel genoemd.
Piepel is treektaal voor een vlinder. Wellicht verwijst deze naam dus naar een oude linde- of vlinderboom die er in die tijd stond.
In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen.
In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop.