Simon Coninckx werd op 6 augustus 1750 geboren als zoon van Simon, een welstellende garen- en bandhandelaar, en van Joanna Maria Spruyten. Hij werd kanunnik van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in 1788 en voorzitter van het kerkbestuur ca. 1817. Hij kreeg grote bekendheid door zijn vertalingen van de fabels van Lafontaine, maar schreef ook zelf fijnzinnige humoristische poëzie. Hij overleed in Sint-Truiden op 14 april 1839.
Wie was wie in Sint-Truiden, Sint-Truiden, 2011.
Sint-Truiden 11.05.1145
Jong ingetreden als monnik. Cellarius en cantor 1108, proost 1112. Ondanks protest van graaf van Duras tot abt gewijd in Fosse 1138. Restaureerde verder de abdij na Rodulfus o.a. slaapzaal, kapittelzaal en infirmerie. Was in conflict met Arnold van Diest en maakte bezetting mee door Godfried van Brabant in 1140 en 1142. Ontving talrijke schenkingen van lokale burgerij, maar onderging brouwersopstand in 1143-1144. Liet goed in Hakendover na. Begraven in midden abdijkerk 1145.