Dit bakstenen gebouw met gecementeerde gevel en centrale poort, een breedhuis van zes traveeën en drie bouwlagen, was het hotel Saint-Jacques, vernoemd naar de overleden vader van uitbater Albert Ilsbroeks. De centrale poort bood toegang voor de koetsen van de bezoekers naar de achtergelegen stallen. In de jaren vóór de provinciale tentoonstelling van 1907 werd een Salle pour Sociétés achteraan bijgebouwd.
Het hotel Saint-Jacques vormt de pendant van het Hotel Saint-François aan de overzijde, nu door nieuwbouw vervangen. Het gelijkvloers omvatte een café en boven accentueert een daktoren de straathoek nog extra. In de jaren vóór de provinciale tentoonstelling van 1907 werd een Salle pour Sociétés achteraan bijgebouwd.
Dit complex werd in 1927 door de stad aangekocht voor de stedelijke muziekschool. Na de brand van Ciné Patria in de Minderbroedersstraat tijdens WO II, vond deze bioscoop ook onderdak in de zaal. Na de verhuis van de muziekschool naar het huis Claes in de Leopold II-straat, werd het pand verkocht. Het is intussen mooi gerestaureerd als tandartspraktijk en woning.
Teksten:
- OMDpublicatie 2014: Thierry GHYS, De Stationsstraat, van 19de-eeuwse laan tot Ramblas
- OMDpublicatie 2012: Paula MORIA, Wandeling langs verdwenen en nieuwe theaterzalen
- OMDpublicatie 2007: Benny BUNTINX, Wonen in de stationsbuurt
De burgemeesters die bouwden of verbouwden aan het stadhuis lieten hun naam na in de vorm van hun familiewapen. Dat gebeurde zowel bij de torenheropbouw in 1606, de nieuwbouw van het stadhuis in 1759, de inrichting in 1788, de restauratie in 1927 en de actuele restauratie en nieuwe inrichting afgerond in 2016.
Burgemeesters van voor 1795 waren vooral belastinginners en verdelers van stedelijke taken, anders dan de burgemeesters vandaag. De geschilderde wapens uit 1788 in de vroegere raadszaal, nu trouwzaal, zijn niet steeds met heraldische nauwkeurigheid bijgeschilderd in de loop der jaren.
Keel = rood, sabel = zwart en lazuur = blauw.
Jan Lycops1606: gedeeld, in I van keel met gouden korenschoof, in II van goud een huismerk van sabel in de vorm van een patriarchaal kruis onderaan heraldisch rechts herkruist. Belforttoren gevel.
Willem Preuveneers 1606: van keel met gouden keper beladen met drie meerlen in sabel en vergezeld van drie zilveren scheerdersscharen met de punt naar onder. Belfortoren gevel.
Baudoin Moers 1759: van goud met drie morenhoofden van sabel, met wrongen van zilver, geplaatst 2-1. Schoorsteenlambrizering vroegere raadszaal.
Maurice Schoenaerts 1759 in zilver een Boergondisch kruis van sabel met over alles heen een zilveren schelp. Schoorsteenlambrizering vroegere raadszaal.
Jean Barthélemy Balthazar de Pitteurs (-Hiegaerts) 1788: van zilver met een groene klimmende leeuw, rood geklauwd en getongd met schuinbalk van goud, beladen met vier zwarte koeken. Plafondlijst vroegere raadszaal.
Trudo Luesemans 1788: gevierendeeld, in I en IV geschaakt van keel en goud in vier rijen, elk van vier vakken. II en III in zilver drie ruiten van lazuur, geplaatst 2-1. Plafondlijst vroegere raadszaal.
Paul Cartuyvels 1927: op lazuur een zilveren, zwemmende zwaan met in het schildhoofd twee gouden sterren. Gebeeldhouwd onder het Trudobeeld in de belforttoren.
Veerle Heeren 2016: in goud een leeuw van keel, met kop en manen van sabel, geklauwd en getongd van lazuur, een gekanteeld schildhoofd van lazuur, bezaaid met venussymbolen van goud. Ingemetseld in de inkomhal.