In 1892 werd het pronkstuk van de straat afgewerkt, het huisnummer 33. Dit prestigieuze toonbeeld van de belle époque werd door stadsarchitect Serrure ontworpen voor notaris Louis Nagels en zijn echtgenote Marie Debruyn. Huis Nagels is een driedelige constructie: het hoofdvolume aan de straatzijde omvatte kantoren, ontvangstruimten en het woongedeelte; achteraan bevinden zich de stallingen en koetshuis, apart toegankelijk via een ruime parktuin met ijskelder. In het hoofdgebouw zijn naast de hoge kamers voor de familie en gasten verschillende dienstlokalen verweven op halve hoogte, in de kelders en achteraan. Met luchtkanalen doorheen het huis werd centraal vanuit de stookplaats in de kelder verwarmd. Deze modernste technieken werden gecombineerd met rijkelijke materialen en verwerkt door de beste ambachtslui. De eigenaars - bewoners bieden groepsrondleidingen en cultuur-historische lezingen in het pand aan.


De Luikse architect Etienne Fayn slaagde erin om een mooi stadhuis in Luikse classicisme te ontwerpen rond de oude halle en de belforttoren. De stadsmagistraat betrok zijn nieuwe symmetrische bouw in juli 1759 onder begeleiding van drie kanonsalvo's. De interieurafwerking, vooral door de modieuze Luikse vakmensen, moest toen nog beginnen.
Maar... die saaie horizontale kroonlijst wou de stad als bouwheer toch verbeteren. Kijkend naar Brabant en Antwerpen liet ze in 1766 zwierige frontons met klokgevel, curven en tegencurven plaatsen aan de hoofdgevel. Pater minderbroeder Johannes Bolgrez bracht een plan mee uit Antwerpen. Ook kwam er een dubbele puitrap naar de verdieping, om de begane grond te kunnen verhuren. Enkele jaren later verdween deze blijkbaar té bombastische ingreep terug.
Eigentijds kroniekschrijver Debruyn is genadeloos voor zoveel pretentie en tekent - met veel lekenfantasie - dit on-Luikse gedrocht. Hij schrijft ook hoe men half juni 1766 bouwt aan "eene nieuwe blauw steene balcon, ende het frontispicium wierd verciert met nieuwe crollen, oock met eenen nieuwen noijt in dese landen geinventeerde blauw steenen trap dienende tot spot der borgers ende vreemdelingen hier passerende om het onnodigh ende verquist geldt".
Van deze verbeteringsoperatie getuigt nog een jaartalsteen met stadswapen boven het balkon.
