Barbanson, een heldennaam bij het toegangshek

Barbanson, een heldennaam bij het toegangshek

Het vliegveld en thuishaven van het Vervolmakingscentrum van de Luchtmacht respectievelijk in Brustem en in Bevingen ontvingen op 3 december 1982 officieel de benaming ‘Kwartier Kandidaat-Reserveonderluitenant Barbanson’. In 1996 werden beide verlaten door de luchtmacht. Het kwartier Bevingen werd deels een Onthaalcentrum voor vluchtelingen (FEDASIL).

Het is de gewoonte om kazernes van de Belgische Krijgsmacht namen te geven van gesneuvelde militairen met een bijzondere staat van verdienste.


Jean-Jacques Barbanson  werd geboren te Parijs op 19 december 1915. Op 31 augustus 1938 nam hij dienst bij de Belgische Militaire Luchtvaart. Eerst behaalde hij zijn brevet als waarnemer en in juli 1939 ging hij over naar Goetsenhoven om zijn opleiding als officier te voltooien. In januari 1940 vroeg Adjudant Barbanson om aan een opleiding als piloot te mogen beginnen wat hem werd toegestaan. In de vroege morgen van 10 mei 1940 was hij aanwezig op het vliegveld van Goetsenhoven als de Luftwaffe het vliegveld aanviel. Adjudant Barbanson raakt gekwetst maar desondanks probeerde hij het vuur in een hangar te bestrijden. Bij deze actie kwam hij om het leven.


Kijk: www.airbase-st-trond.be https://belgiummilitary.wordpress.com, Ludo Michielsen.


ONTDEKKING VAN DE DAG

As we carnaval gon viere in Sintruin

As we carnaval gon viere in Sintruin

Ref.
As
we carnaval gon viere in Sintruin,
Loote wee de klokke van den toure luin,
As we carnaval gon viere in Sintruin,
Loepe wee ni recht, ma loepe feelinks schuin.
As
we carnaval gon viere in Sintruin,
Dreinke wee e pintje en gon haand in haand,
Vör te daasten albedieën rond de Latsjaan.
Want zoe gie de carnaval in Groeët Sintruin.

Iederien du mie, och de Gemeinterood,
Effekes de tuigels los kan ginne kood,
Iel het joor ston zijlinks al in vlam en vuur,
Vuir et goed van ’t Stadsbestuur.
Carnaval da zit doe in, da vuul dzje zelf,
Telt ze mèr, die groep is och bè drei maal elf.
En de boug kan alted ni gespanne ston,
Doever loote ze un dan ins per joor ins gon.

Ref.

En vuir goed te fieëste, is doo ‘t Fiestcomiteit,
Dei kreige subsidies och op stond en tijd,
Ma ze moete luistere noo et Stadsbestuur,
Gelèk de Rood van de Commeduur,
Vesteloovet is doe toch vuir iel de stad,
Ozze carnavalsgroepe dee weite da,
En as Scheipe va Plezier roep ich och ‘Vuur!’
Carnaval da is en echte volkscultuur.

Ref.
Ref.
Want zoe gie de carnaval in Groeët Sintruin.



21 Sintruinse miezengers, Sint-Truiden: Het Feestcomité, 1999. Tekst Rudi Festraerts en muziek Ray Heeren. Gezongen door Marcel Gelders, schepen van o.m. cultuur en feestelijkheden.