Langs de oude weg naar Montenaken, de steenweg naar Namen en westelijk van de Cicindria ligt Bevingen, sterk bepaald door de Sint-Lambertuskerk en het 19-eeuwse kasteeldomein Rochendaal . Het dorp kwam als Luiks eilandje in Loon al in 1795 bij de stad Sint-Truiden.
De Romeinse oorsprong van Sint-Truiden is waarschijnlijk te vinden in het gehucht Straeten, pal op de oude heirbaan Tongeren-Noordzeekust en ten zuiden van Bevingen. Recent werd hier een Romeins graf blootgelegd. Straeten zou ook het voorspel zijn van de cisterciënzerinnenabdij van Terbeek. Het fietsroutenetwerk loopt er tussen de knooppunten 134 en 185.
In 1881 bouwde de burgemeestersfamilie Ulens-Ulens bij de kerk van Bevingen haar kasteeltje Rochendaal, vanaf 1904 ook buitenverblijf van de notabelenfamilie Cartuyvels . De nabijheid van de Duitse nachtjagersbasis Brustem vanaf 1943 deed eerst een ‘Fliegerdorf ’ en later het opleidings- en verblijfskwartier ‘Adjudant Barbanson ’ in Bevingen ontstaan. Het kasteeltje werd officiersmess. Na de verhuis van de Belgische luchtmachtsmaldelen naar Beauvechain in 1996 ging het domein met zijn ‘blokken’, veelal nog van Duitse origine, verkrotten en verwilderen. Enkel de vroegere schoolgebouwen dienen sinds kerstmis 1998 als onthaalcentrum voor een 300-tal vluchtelingen van FEDASIL. De herkomst van deze asielzoekers in Belgenland wisselt naargelang de grote conflictgebieden in de wereld, van de Kosovaren in 1999 tot de Syriërs vanaf 2005.
De Sint-Lambertuskerk tegen de valleihelling aan is een persoonlijk project van pastoor Peeters. Door zijn ijver werd de klassieke bakstenen kerk in 1925 vervangen door een omvangrijke neogotische kerk in opvallende zandstenen uit de Famenne. Ook de oriëntatie is eigenzinnig, met het koor naar het noordwesten. In het portaal zijn er nissen met de drie heiligen: Isidoor (patroonheilige van de landbouwers), Lambertus (patroonheilige van de textielarbeiders) en Trudo (lokale kloosterstichter). Op het kerkhof bevindt zich de grafsteen Ulens-Ulens van de kasteelheren. Die lieten ook een neogotische kapel bouwen langs de verbinding Bevingen-Brustem vliegveld. De Duitsers lieten de hinderlijke kapel in 1941 vervangen door een moderne Beierse baksteenbouw met verdieping langs de steenweg, die ook verdween in 2018 voor een private woningbouw.
Het steenwegdorp Bevingen telt met vader en dochter Bertrand twee beroemdheden. Het ontmoetingspleintje naast de kerk roept die naam weer op. CVP-minister Fred Bertrand (+1986) begon als jong mijnwerker en kajotter. Zijn dienstbetoon en zijn tewerkstellingspolitiek als verantwoordelijke voor verkeerswezen zijn legendarisch. Dochter Hilde Houben-Bertrand bracht het tot de eerste vrouwelijke gouverneur van de provincie Limburg tussen 1995 en 2005.
Om de Cicindria te beheersen bij piekstroom richting binnenstad Sint-Truiden werd in 2006 het wachtbekken de Dorpsweide aangelegd tussen Bevingen en Straeten. De 8 hectaren buffer kunnen 80.000 m3 opvangen en zijn opgevat als ecologische vogeloase.
De sterke helling van de Cicindriavallei voedt momenteel opnieuw honderden wijnstokken. Als wandelgebied Cicindria is dit gebied ten zuiden van Sint-Truiden toeristisch-recreatief ontsloten door met kleur en vorm bewegwijzerde lussen.
Het efficiënte romeinse weggennet, zoals de ‘kassei’ Tongeren-Tienen, verviel in de vroege middeleeuwen. Waar geen bevaarbare waterlopen waren, was men opnieuw aangewezen op lokale onverharde verbindingen met diverse alternatieven naargelang de seizoensmodder. Terwijl het Luikerland in de 18de eeuw steenwegen aanlegde voor economische ontsluiting zoals de weg Luik-Sint-Truiden(-Brussel) in 1715-1740, was de Franse bezetter rond 1800 vooral militair gemotiveerd voor snelle, rechtlijnige verbindingen. De ‘Route Napoleon’ of het deel Maastricht-Tongeren van de verbinding Keulen-Duinkerken werd in 1804-1813 afgewerkt.
Het was wachten op de Hollanders en hun Waterstaat-ingenieur De Sermoise om op 9 december 1817 de eerste steen te laten leggen aan de Sint-Truiderpoort in Tongeren door de provinciegouverneur. Het tracé dwars door de velden en weiden trok al snel handel en bewoning van de opzij liggende dorpskernen aan, getuige de jaartallen op vele gevels en de verbindingen zoals de dreef te Ordingen. De oude ‘Truierbaan’ in Rijkel verviel tot veldweg. Een tolbarreel aan het kruispunt met de Houtstraat Brustem deed dienst tot in 1867 deze gebruikersbijdrage werd opgeheven.
De weg naar Tongeren startte aan de oude Brustempoort. De beginkilometers waren gekend voor het omtuinde Casino (1862), het huis Moreau (1872), de arbeidershuisjes en het koetsenatelier Vanslype op de Pinberg en later voor de Veiling Haspengouw (1939-2017) en toegangen tot de Industriezone Schurhoven.
Na deze steenweg voltooide men vanuit de stad Sint-Truiden de kasseiwegen naar Hasselt (1838), Diest (1844) en Namen (1855).
In augustus 1914 kon de Duitse ruiterij haar opmars van Tongeren naar Sint-Truiden (en Orsmaal) ongestoord uitvoeren. Ze staken huizen in brand op de Pinberg, maar ter compensatie kwamen er nog voor het oorlogseinde enkele ‘Pruisenhuisjes’ of modelwoningen langs de Tongersesteenweg.