De Groenmarkt is vandaag een open marktplein, maar die situatie is slechts geleidelijk tot stand gekomen. Er waren vroeger huizen aangebouwd tegen de oorspronkelijke toren van de O.L.Vrouwekerk, die tot de instorting van de toren in 1668 anderhalve travée groter was. Ook tegen de stadhuistoren waren twee huizen aangebouwd. Voor de abdijtoren stond eveneens een rij huizen tot ze in 1901 in vlammen opgingen. Op de plaats van de huizenrij tussen Meinstraat en Groenmarkt was de Rosmolen, een molen aangedreven door paardenkracht. Het huidige plein met fontein was het ommuurde kerkhof van de O.L.Vrouwekerk met op de hoek, tussen kerk en stadhuis, de Klerkenkapel. Deze kapel was gebouwd op de plaats die men in de vroege middeleeuwen Drinckelink noemde, een drinkpoel voor dieren die vermoedelijk werd gevoed door de bron ter hoogte van het standbeeld op het Heilig Hartplein.

Tijdens stormweer in 1668 stortte de laatgotische toren (1504-1556) van de O.L.Vrouwekerk in. De aangebouwde huizen en de achterste travée sneuvelden in de ravage. Het duurde tot 1842 toen de huidige neo-gotische toren naar ontwerp van architect L. Roelandt werd gebouwd, weliswaar anderhalve travée achterwaarts. Door het verdwijnen van de oude toren, anderhalve travée van de kerk en de aanpalende huizen ontstond een open doorgang naar de huidige Groenmarkt.

Sinds de middeleeuwen werd eerst in de kerk en nadien eromheen begraven. Een kerkhofmuur bakende de begraafplaats af. Op 20 juni 1796 verbood het stadsbestuur nog langer te begraven in de binnenstad. Als centrale begraafplaats voor de hele binnenstad werd Sint-Katelijne (waar nu het station is) aangeduid, maar in oktober 1796 reeds vervangen door Stayen; uiteindelijk kwam de stedelijke begraafplaats in Schurhoven. Tijdens de recente opgravingen werden meer dan 3000 skeletten geborgen.



De Truiense afdeling van het Nationaal Christelijk Middenstandsverbond (NCMV, later Unizo) is opgericht in 1925. Onder voorzitter Omer Thierie en ondervoorzitter Alain Nolens, bakker, was het NCMV erg actief in de crisisjaren 1980. Zo werd er een secretariaat gevestigd in de Minderbroedersstraat.
Ook in 1980 liet het NCMV een kopie in messing maken van zilveren en gouden penningen bij gelegenheid van 1325 jaar 'bestaan' Sint-Truiden. Deze token van 50 deniers (of 50 Belgische franken) was in de tweede helft van de feestmaand december enkel te koop bij deelnemende handelaars, herkenbaar aan een vitrineklever. Na deze periode kon de penning bij elke bankinstelling terug worden ingewisseld. Ook de maanden na de actie konden verzamelaars terecht bij de Dienst voor Toerisme voor aankoop van de token.
De rectozijde van de munt toont een middeleeuws zegel van de heilige Trudo voor de abdij, met de randtekst SANCTI TRUDONIS SIGILLUM. Op de versozijde staat het stadswapen met dubbelhoofdige adelaar, omkranst door streekfruit, korenhalmen en ossenkop. Die zijde draagt de randtekst SENATUS POPULUSQUE TRUDONENSIS 655-1980. 50 DENIERS.
