fruitverhalen 2

Fruitverhalen 2


Locatie 2: Pipo 

Veerle Vanhoof (+- 50 jaar oud)

Ik heb altijd interesse voor fruitverwerking gehad. In die zin dat wij thuis graag appelsap dronken. Ik vertel dat altijd als ik mijn verhaal hier doe bij de bedrijfsbezoeken. Toen onze kinderen klein waren, perste ik appelen met een centrifuge, een sapcentrifuge. Maar natuurlijk, hoe meer kinderen, hoe moeilijker en omslachtiger dat werd. Een appelsien dat pers je snel uit met een klein persje. Maar een sapcentrifuge dáár is veel schoonmaakwerk aan achteraf. En toen beslisten wij om na de pluk de laatste palox appelen naar een loonperserij hier in de buurt te brengen. Dan hadden wij ons eigen appelsap. En al vlug werden wij ‘het huisje van het appelsap’. En de kinderen die hier kwamen, vonden dat geweldig lekker. En de kennissen, de familie en iedereen zei: ‘dat is goed, dat moet je zelf beginnen doen’. En zo is de interesse gegroeid. En dan hebben wij een aantal jaren geleden, eigenlijk op één, twee, drie, gezegd ‘ik geef mijn job op, wij gaan met dat appelsap beginnen’. En zo is het PIPO appelsap ontstaan. Wij zijn dat appelsap in kleine flesjes gaan doen. We hebben dan nog een paar andere smaken gecreëerd, met kersensap, met sinaasappelsap zodat de kinderen keuze krijgen en zo gaan wij de kinderen leren appelsap drinken. Dat was en is een beetje mijn, euh missie is een groot woord, maar ik ben daar nu nog altijd van overtuigd.


NL


FR


DE


ENG



ONTDEKKING VAN DE DAG

Een weerwolf in Melveren

Een weerwolf in Melveren

In Melveren , een gehucht van Sint-Truiden, woonde een zekere X. Op zekere dag ging X met zijn vriendin naar de kermis in Kortenbos. Deze man had echter een pact gesloten met de duivel, wat betekende dat hij regelmatig enkele uren als weerwolf moest rondlopen. Omdat X op de kermis plots voelde dat dat moment was aangebroken, zei hij tegen zijn vriendin: "Als je een hond zou tegenkomen, gooi dan deze zakdoek naar zijn muil. Op die manier zal het beest je geen kwaad doen." 

Omdat een weerwolf geen kruis kan oversteken, moet hij de draadjes van de zakdoek één voor één uitrafelen vooraleer hij verder kan. 

Het meisje antwoordde: "Neen, blijf maar bij mij!", waarop haar vriend: "Neen, ik moet dringend even een boodschap doen." 

Toen X weg was, kwam er een lelijke zwarte hond naar het meisje toe. Ze deed onmiddellijk wat haar vriend had gezegd, waarop de hond de zakdoek in stukken scheurde. Een kwartier later kwam X terug. Zijn vriendin vertelde hem dat ze doodsangsten had uitgestaan terwijl hij weg was. Wat verderop ging het tweetal iets drinken in een café. Het meisje bekeek haar vriend eens goed, en riep geschokt: "Jij smeerlap, je bent het zelf geweest, want de vezels van de zakdoek hangen nog tussen je tanden!" 

X zei dat ze het zich maar inbeeldde, maar het meisje wilde hem toch nooit meer zien.


Opgetekend door F. Beckers in 1947.
Bron: volksverhalenbank.be