fruitverhalen
Locatie 4: Brustem
Rémy Bels over waarom de veiling werd opgericht.
Eigenlijk is de veiling al gestart voor de Tweede Wereldoorlog. In de jaren dertig had men al zo’n klein coöperatiefje. Maar dan is de oorlog uitgebroken. En na de oorlog zijn die mensen terug samengekomen en dan is daar de fruitveiling gesticht. Vóór de veiling er was, werden de kersen op de markt verkocht. Ik ben nog als kwajongen meegegaan met mijn vader naar de kersenmarkt in Sint-Truiden. En daar stonden al die boeren dan, met de wagen of met paard en kar, met hun kersen uitgestald. En die handelaars, het was snikheet op die markt, ik herinner me dat nog zeer goed, die zaten dan op café pinten te drinken. En die zeiden: ‘laat die boerkes maar wachten … laat ze maar wachten. Straks zijn ze blij dat ze van hun kersen af zijn’. En zo was het ook! Of je kon ze mee terug naar huis brengen. Die kopers (handelaars) wachtten en zeiden dan: ‘voilà da’s onze prijs, je kunt ze dáár brengen, in dat magazijn, als je wilt en anders moet je ze maar mee terug naar huis nemen. Ik heb ooit gezien dat we terugkwamen met paard en kar en dat we in ’t veld de onverkoopbare kersen in de gracht gooiden. Er was een overaanbod aan kersen hé. Het was voor hen simpel om daar een prijsje voor te betalen. En daarom hebben de boeren zich verenigd en is de veiling ontstaan, aan de Tongersesteenweg, in 1947.
NL
FR
DE
ENG
Verongelukte vorsten herdacht
De Zweedse prinses Astrid (°1909) werd in 1929 gemalin van onze Belgische vorst Leopold III. Ze verloor het leven bij een auto-ongeval in Zwitserland op 29 augustus 1935. De gemeenteraad hernoemde de Tentoonstellingsstraat al eind september in ‘Koningin Astridstraat’. In november 1937 organiseerde een comité van de Nationale Strijdersbond in het stadhuis een tentoonstelling van zandtapijt met de overleden Astrid op haar praalbed, om fondsen te werven voor een gedenkteken. Dat werd in de vorm van een postuum staatsieportret aangeboden aan het stadsbestuur tijdens de augustuskermis van 1939. Door de mobilisatie en de opeisingen ging deze plechtigheid met tentoonstelling verloren in het oorlogsnieuws.
De vermaarde Hasseltse portretschilder Jos Damien en zijn leerlinge-assistente Anne Rutten signeerden het schilderij.
Koningin Astrid wordt levensgroot en ten voeten uit afgebeeld in een paleisdecor en houdt een waaier van struisvogelveren vast. Ze draagt een witte galajurk met korte sleep en nonchalant gedragen losse mouwen. Oorhangers, armband en hanger met kruis tonen een groene smaragdkleur. De stralende vorstin draagt het zogenaamde ‘Diadeem der negen provinciën’. Dit kleinood, een verlovingscadeau van de Belgische bevolking uit februari 1925, bestaat uit een band met Griekse meandermotieven en werd door juwelier Van Bever vervaardigd. In de later herwerkte versie met ruiten zijn de elf briljanten ingewerkt als symbool van de toen negen provincies, plus België met vorstenhuis, plus Belgisch Congo.
In 1934 was in de inkomhal van het stadhuis al een gedenkteken opgericht voor vorst Albert I, na zijn tragisch klimongeval.