Bijzondere vondsten: Weefgewichten

Ook deze maand tonen we archeologische vondsten van de site “Brustem kapelhof”. Tijdens de archeologische opgraving in 2015 werden hier sporen en vondsten uit verschillende perioden opgegraven, namelijk: de Lineaire Bandkeramiek (LBK), de Midden-IJzertijd, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Onze vondsten van de maand komen uit de Midden-IJzertijd en zijn weefgewichten uit aardewerk.



De vondst van de weefgewichten toont aan dat er tijdens de Midden-IJzertijd artisanale activiteiten plaatsvonden op de site. In totaal zijn zes complete tot deels complete weefgewichten gevonden, waarvan we drie exemplaren tonen. 

Om stoffen te weven werd er eerst schapenwolgesponnen met een spintol en vervolgens gewoven op een verticaal weefgetouw. Deweefgewichten werden onderaan de draden gehangen, die gespannen waren op hetweefgetouw. De gewichten zorgden ervoor dat er genoeg spanning op de draden zat.

Van weefgetouwen worden meestal enkel nog de weefgewichten teruggevonden. Deze bestaan in vele soorten en maten. Soms van steen maar meestal gemaakt van aardewerk.

Deze weefgewichten behoren tot de blokvormig piramidale weefgewichten en hebben een horizontale doorboring. Het gewicht van de drie bijna complete exemplaren bedraagt tussen 640 en 700 gram. Omdat het gewicht van de weefgewichten gerelateerd is aan de fijnheid van het weefsel, zullen de hier aangetroffen exemplaren bij een weefgetouw horen waarop een fijnere stof werd vervaardigd.

Alle weefgewichten zijn verbrand. De verbranding is zichtbaar door de zwarte verkleuring.

ONTDEKKING VAN DE DAG

De Alvermannekes

De Alvermannekes

Te Engelmanshoven  heeft mijn mam de pijp gezien waar de alvermannekens uitkwamen. Die hadden in de grond kasten en tafels van aarde. En als ge moest wassen of bakken, dan moest ge maar een goeie koek gereed leggen en zeggen:

'Ik wou dat de alvermannekens kwamen bakken',

dan kwamen ze uw werk doen. '

Ik heb eens horen vertellen van een vrouw die zonder 'maagd' zat en die wenste dat de alvermannekens kwamen.

'Ik zal een teil rijstpap voor hen maken' zei ze.


Maar toen kwamen ze daar altijd en ze waren daar zo thuis dat ze in de keuken kwamen. En toen daar een nieuwe 'maagd' was, vielen ze die altijd lastig en die was kwaad. Toen zei de vrouw dat tegen een overste van de alvermannekens.

'Weet ge wat ge doet, zei die, het is een 'mottig' middel, als ze nog eens komen, dan geeft ge haar een snee brood en dan moet ze gaan zitten en kuimen of ze moet pissen en kakken.'

Met acht man kwamen ze binnen en toen deed die dat en toen ze dat zagen, riepen ze allemaal gelijk:

'Haaaa, foei, eten, bijten, schijten, zijken gelijk, haaaa, foei!' 

en toen liepen ze weg, terwijl ze hun neus toehielden en ze zijn niet meer teruggekomen.

Opgetekend door F. Beckers in 1948

 Bron: volksverhalenbank.be