Bijzondere vondsten: Sint-Jacobsschelp

Foto van de Sint-Jacobsschelp.

Bij het archeologisch onderzoek van de Groenmarkt heeft men deze bijzondere vondst opgegraven. Deze Sint-Jacobsschelp lag op de linkerschouder van een skelet dat er begraven was.

Het skelet behoorde toe aan een man van ongeveer 40 jaar oud. Door verder onderzoek van de overblijfselen kon worden vastgesteld dat hij leed aan een hernia en DISH (Diffuse Idiopathische Skeletale Hyperostose). DISH is een reumatische aandoening die wordt gekenmerkt door overmatige botgroei, vooral rond de wervelkolom, wat leidt tot pijn en stijfheid in de gewrichten.

Foto van het skelet met de Sint-Jacobsschelp op de linkerschouder. 

Door radiokoolstofdatering kon het overlijden van deze man tussen het tweede kwart van de 11de eeuw en het midden van de 12de eeuw gesitueerd worden. Dit is een tijdsperiode waarin de abdijkronieken getuigen van een overvloed aan bedevaarders in de stad en het klooster.

Abt Rodulf, die diende tijdens het abbatiaat van Adelardus II (1055-1082), beschreef deze tijd als een periode van grote welvaart. Het graf van de Heilige Trudo, trok dagelijks talrijke bedevaarders aan, die getuige waren van diverse mirakels. De stad en het klooster waren echter overweldigd door de toestroom van gelovigen, waardoor het moeilijk was om ze allemaal te huisvesten en te verzorgen.

De aanwezigheid van de Sint-Jacobsschelp op de linkerschouder van de overledene doet vermoeden dat hij een pelgrim was. De man kan een pelgrim zijn geweest die het graf van de Heilige Trudo bezocht. Hij kwam wellicht van ver om deze heilige plaats te eren, maar is nooit naar huis teruggekeerd. Zijn reis eindigde hier, op de Groenmarkt. Een andere mogelijkheid is dat de man afkomstig was uit Sint-Truiden en ooit een pelgrimstocht naar Santiago de Compostella heeft ondernomen. De Sint-Jacobsschelp staat bekend als het symbool van deze beroemde pelgrimstocht en het is mogelijk dat de man deze schelp als een aandenken aan zijn reis bij zich droeg.

De ontdekking van de Sint-Jacobsschelp in het graf op de Groenmarkt herinnert ons aan de rijke geschiedenis van religieuze devotie en pelgrimstochten die onze stad in het verleden heeft gekend.

ONTDEKKING VAN DE DAG

De Alvermannekes

De Alvermannekes

Te Engelmanshoven  heeft mijn mam de pijp gezien waar de alvermannekens uitkwamen. Die hadden in de grond kasten en tafels van aarde. En als ge moest wassen of bakken, dan moest ge maar een goeie koek gereed leggen en zeggen:

'Ik wou dat de alvermannekens kwamen bakken',

dan kwamen ze uw werk doen. '

Ik heb eens horen vertellen van een vrouw die zonder 'maagd' zat en die wenste dat de alvermannekens kwamen.

'Ik zal een teil rijstpap voor hen maken' zei ze.


Maar toen kwamen ze daar altijd en ze waren daar zo thuis dat ze in de keuken kwamen. En toen daar een nieuwe 'maagd' was, vielen ze die altijd lastig en die was kwaad. Toen zei de vrouw dat tegen een overste van de alvermannekens.

'Weet ge wat ge doet, zei die, het is een 'mottig' middel, als ze nog eens komen, dan geeft ge haar een snee brood en dan moet ze gaan zitten en kuimen of ze moet pissen en kakken.'

Met acht man kwamen ze binnen en toen deed die dat en toen ze dat zagen, riepen ze allemaal gelijk:

'Haaaa, foei, eten, bijten, schijten, zijken gelijk, haaaa, foei!' 

en toen liepen ze weg, terwijl ze hun neus toehielden en ze zijn niet meer teruggekomen.

Opgetekend door F. Beckers in 1948

 Bron: volksverhalenbank.be