Germeys, Hubert I, abt

Lauw ca.1570 – Sint-Truiden 19.10.1638 Broer van deken Jacob Germeys (ca. 1575 – Sint-Truiden 1624). Licentiaat theologie en prior abdij Sint-Truiden 1589. Verkozen abt Sint-Truiden 1612-1638. Herstelde de abdijkerk, molens van Gorsem en Melveren en herwaardeerde het domein Nieuwenhoven. Bezoek nuntius Caraffa 1628 en Maria de Medicis 1638. Begraven in H. Kruiskapel. Wapenschild: in lazuur drie aanziende leeuwenkoppen. Ambtelijk wapen: een zilveren schild met rood ankerkruis beladen met een rood hartje; topversiering, links een uitkomende kromstaf voorzien van een links uitgaande sudarium (zweetdoek), wapperend naar rechts en eindigend in slierten; rechts een mijter geplaatst boven de slierten van het sudarium. Wapenspreuk ‘Dominus adiutor fortis’.

Wapenschild schuur kasteelhoeve Nieuwenhoven 1623.

Lit.: RECUEIL, p. 32-33; MONBEL, p. 59-60; Henry BAILLIEN, De gebroeders Hubert en Jacob Germeys, resp. abt en deken van Sint-Truiden, en hun verwanten, in HBHEYN, 1984, p. 1-13, KRONIEK3, p. 63-83.
ONTDEKKING VAN DE DAG

Gerstmans, Marcel (Robert Gerard Marie), schooldirecteur

Sint-Truiden 12.07.1895   Oostende 25.05.1986   Godelieve Priem  

Zoon van Jean-Baptiste, boekbinder en papierhandelaar met speelgoedwinkel en uitleenbibliotheek ‘In den Wereldbol’ Ridderstraat. Moeder Marie Agnes Rosalie Timmermans. Broer van Alfons, pastoor o.a. te Niel-bij-As.  

Leerling College en student ingenieur Leuven. Memoires over eerste dagen WO I in Sint-Truiden. Secretaris Groeningerwacht Sint-Truiden en ondertekenaar activistisch pamflet WO I. Na legerdienst doctor in fysica en wiskunde Leuven. Leraar athenea Hasselt 1924, Antwerpen, Brugge 1925. Directeur avondonderwijs Handels- en nijverheidsschool Brugge 1931. Internering na WO II, nadien werkzaam bij Leen- en Hypotheekmaatschappij. Ongepubliceerd onderzoek over Azteekse kalender. Guldenboomstraat Brugge.

1905


Publ.: De oorlogsdagen in augustus 1914 te Sint-Truiden. De belevenissen van een brancardier, Sint-Truiden. West-Print, 1965, red. Kamiel Stevaux.
Lit.: WESTVLA, 4, p. 63.