Velm 21.08.1895 Eisden 27.02.1965
Zoon van landbouwer Hubert en Maria Mathildis Ouwerx . Priester 1920, leraar Klein Seminarie, maar na één jaar aanvaring met directeur Bentein. Kapelaan Beverlo 1920, Veldwezelt 1927 en Bocholt 1932. Pastoor Gelinden 1938, Eksel 1946 en Jesseren 1948.
Organisator Benoit-hulde Davidsfonds Bocholt 1934. Wou verwaarloosde classicistische kerk Gelinden herbouwen, maar samenwerking met architect prof Stan Leurs eindigde in verwarring. Dichter, zonder publicatie. Omvangrijke verzameling Antwerpse santjes, geschonken aan Ruusbroecgenootschap. Pseud. ‘Aert Falmia ’. Emeritus Eisden 1963. Begraven in Velm .
De Zondag-middag is héél ingetogen.
De luchten, klaar van winterkilte, beven
met teeder rood van lage zon doorweven;
de luchten, waar geen vogel komt gevlogen...
De middagrust mag gééne stoornis doogen.
Al wil somwijlen vluchtig óverzweven
een verre galm van joelend kinderleven :
dra weegt de klare rust weer onbewogen.
Is het in sneeuw – die dezen nacht zoo zacht
de stille stede zwachtelde in heur vacht –
dat doezel-vaag verdooven nu geluiden?
O vrome middagvrede van Sint-Truiden,
dat om te ontwaken uit zijn sluimer, wacht
tot plotse kloosterklokken vespers luiden !