Dilsen 08.05.1926 Sint-Truiden 22.09.2007 Josée Van Baelen
Zoon van vee- en paardenhandelaar. Vader van filosofieprof en ethicus Rik (1957-2000) en van kunstenaar Willo (°1959). Peter van kunstenaar Koen Vanmechelen .
Colleges Maasmechelen en Tongeren. Gouwleider KSA. Seminarist Sint-Truiden en Luik. College Neerpelt. Regent letterkunde en Frans Sint-Thomas Brussel 1952. Eerste leken-leraar Klein Seminarie. Diverse vakken o.a. lichamelijke opvoeding. Leraar Aangenomen College en Heilig Grafinstituut ST . Naar Sint-Truiden 1956. Woning Terbiest, architect Nivelle. Leraar aardrijkskunde en biologie, op rust 1986.
Recensent voor Boekengids. Auteur populaire boeken, dichtbundels en dagbladrubrieken over dieren en vogels. O.a. in Vogelwereld, in HVBL 1968-1987 rubrieken Zoo in huis, Mensen en vogels, Natuur rondom, Het leven is… wonderbaar en seniorenmagazine Onze Tijd. Bijdragen in Floreat, De Wielewaal, rubriek Junior van magazine Family 1980-1981, Schoolnieuws van college Sint-Truiden. Kerk & Leven Schurhoven en Kultureel tijdschrift Dilsen. Bestuurslid De Nachtegaal Sint-Truiden. Voorzitter COM, confédération ornithologique mondiale of wereldfederatie voor vogelstudie 2000. Voordrachtgever. Vaste gast BRT Radio 2 ‘Te bed of niet te bed’ en VTM-programma ‘Zondag Josdag’. Bestuurslid en auteur geschied- en heemkundige kring Dilsen 1990. Bijdragen o.a. over Kelten in Heemkunde Limburg 2002.
In het bekken van de Melsterbeek volgen de beken eerst zuid-noord het dalend reliëf van ca. 100 naar 35 meter boven zeespiegel. Net noordelijk van het stadscentrum van Sint-Truiden buigt de Melsterbeek zelf naar het noordwesten en ontvangt de Cicindria in Melveren en de Molenbeek in Runkelen. Ze loopt dan een tijdje zij-aan-zij met de Gete en vloeit samen bij Donk. Via Demer, Dijle en Rupel gaat het richting Schelde.
De naam ‘Melster’ komt waarschijnlijk van het woord malter of mout, maar in de lokale volksmond is het gewoon ‘molenbeek’ als grootste waterloop. Ze ontspringt in Heiselt bij Jeuk, vlakbij de taalgrens. Ze is 33 kilometer lang. Waterlopen schuren beekvalleien uit en de kleilagen onder de ijstijdleem in Vochtig Haspengouw doen talrijke bronnetjes dagzomen. Langs de oevers van de Melsterbeek groeide een ketting van dorpen met omgrachte kastelen en zelfs abdijen in Nonnemielen en Terbeek. Haar stroomkracht deed graanwatermolens draaien. In Sint-Truiden zijn dat de dorpen Aalst, Brustem, Ordingen, Zepperen, Melveren, Metsteren en Runkelen.
De beken kennen in deze streek een vrij hoog verval met piekdebieten. Voor de waterbeheersing waren wachtbekkens nodig, o.m. voor de Melsterbeek in Aalst, Ordingen en Bernissem. De natte gronden in de beekvalleien waren in de 19de-20ste eeuw met waterzuchtige Canadapopulieren beplant, nuttig voor klompen, minder duurzaam timmerwerk en kisthout.
Een vistelling in 2012 bij Metsteren leverde volgende soorten op: driedoorn stekelbaars, tiendoorn, riviergrondel, bermpje en blauwband. De molenwatervallen zijn wel een drempel voor hun migratie voor paai, rust en voedselgaring, onderzoek Stef Cools.