Stockheim (D.) 10.09.1868 Kessel-Lo 07.06.1949 Maria Houtmans
Gymnasium. Leerling van historieschilder Friedrich Stummel in Kevelaer. Uit Erkelenz 1907. Gehuwd met meisje Herk-de-Stad. Naar Sint-Truiden. Vader van taalpurist Hendrik (1904-1971) en grootvader van bibliothecaris-dichter Eric. Schoonvader van rijkswachtkolonel E. Van Coppenolle.
Schilder . Muurschilderingen in kerk Lommel-Kerkhoven 1907, kerk Grote-Brogel, kloosterkapel Heilig Graf Turnhout, kerk Velm en kerk Groot-Gelmen. Grote bedrijvigheid als kerkschilder na WO I op 70-tal plaatsen o.a. Aalst 1930, Brustem 1922, Kortenbos 1926, klooster Velm 1930, Wilderen 1926, klooster Zepperen 1938. In Sint-Truiden regentenschool 1925, hospitaal 1937, juvenaat 1929, Klein Seminarie 1935, Sint-Gangulfus 1927, Vakschool 1927, Ziekeren 1929 en 1935 en Sepulchrienen1933. Polychromeerder heiligenbeelden, signering op sokkel, vb. beelden H.Hart van Jezus en H.Hart van Maria, Sint-Maartenkerk. Kruisweg Groot-Gelmen 1934 en Ziekeren 1936. Twee panelen aan ingang OLV-kerk 1920. Portretschilder en privé-leraar o.a. van Oscar Bronckaers. Theaterdecors in zaal Patria, Berchmanshuis en Seminarie. Vlag Harmonie der Gilde 1934. Prins Albertlaan, later huis architect Piet Verheyden.
Eén van de mooiste zalen in het land. De academiezaal van het Klein-Seminarie onderlijnt de betekenis van deze instelling als het intellectueel centrum van Limburg vanaf 1843 tot na de Tweede Wereldoorlog. Daarbij was vooral na de lessen aandacht voor Nederlandse letterkunde.
De Gentse stadsarchitect Louis Roelandt was door de test
aangezocht om hun hospitaal voor geesteszieke vrouwen te bouwen. Hij ontwierp ook samen met zijn leerling Isidore Gerard de neogotische toren van de hoofdkerk.
Door de scheiding van de beide Limburgen in 1839 moest het Klein-Seminarie van het bisdom Luik verhuizen van Rolduc, nu Nederlands gebied, naar de vroegere abdijsite in Sint-Truiden. Bisschop Van Bommel besefte het belang van dit opleidingscentrum. Bij het enorme complex in de binnenstad was ook een a salle de rhétorique voorzien voor de seminaristen. Het werd tussen 1845 en 1852 een achthoekige centraalbouw met korinthische gegleufde zuilen onder een bijzonder rijkelijk uitgewerkte stucwerkzoldering
. De amfitheatervorm zorgt voor een intimistische verbondenheid van publiek met acteurs op de parterre en een goede akoestiek.
In 1845 was in de zaal het taalgenootschap Utile Dulci actief dat het Nederlands beoefende. Ook een Franstalige tegenhanger, de Société de littérature française, kortweg de Academie, was er bedrijvig. De Vlaamse ontvoogdingsstrijd zorgde af en toe voor wrijvingen, maar uiteindelijk liep toch iedereen in de pas.
Bij de start van de restauratie in 1986 door Herman Vanmeer in opdracht van erfpachthouder stad Sint-Truiden werd vooral de stabiliteit van de zaal hersteld en teruggegrepen naar de oorspronkelijke uitvoering van de "gradins" en de toneelscène. Voor het zitcomfort werd één rij verwijderd, wat het aantal zitplaatsen op 290 vastlegt, eventueel uitbreidbaar. De moderne lichtarmaturen zijn een ontwerp van Herman Blondeel. Een moderne foyer met technische ruimten werd aan de kant van het kerkveld toegevoegd.
Momenteel gebeuren in de akoestisch geschikte Academiezaal regelmatig muziekopnames en is een klassiek programma van internationaal niveau kamermuziek, kamerorkest en muziektheater uitgewerkt in het kader van de werking van cultuurcentrum de Bogaard.