Neef van Herman I. Betwiste abt Sint-Truiden 1095. Aangeduid door Godfried van Bouillon, maar afgezet en geëxcommuniceerd door bisschop Otbert van Luik. Gevlucht naar Halen en later naar de hoogvoogd Hendrik van Limburg. Rivaliteit tussen hertog van Limburg en graaf van Loon.
Abdijbezittingen van overal belaagd, secularisatie van gemeenschap overwogen. Ook tijdens abten Diederik en Rodolfus bleef de Limburgse hertog zijn kandidaat Herman naar voor schuiven, zo in 1066. Ook de graaf van Duras steunde Herman een tijd. Geschil opgelost in 1107 te Luik, waar Herman na pleidooi van Otbert zijn fout toegaf en zich terugtrok in de priorij Saint-Symphorien Condroz.
Sint-Truiden 11.05.1145
Jong ingetreden als monnik. Cellarius en cantor 1108, proost 1112. Ondanks protest van graaf van Duras tot abt gewijd in Fosse 1138. Restaureerde verder de abdij na Rodulfus o.a. slaapzaal, kapittelzaal en infirmerie. Was in conflict met Arnold van Diest en maakte bezetting mee door Godfried van Brabant in 1140 en 1142. Ontving talrijke schenkingen van lokale burgerij, maar onderging brouwersopstand in 1143-1144. Liet goed in Hakendover na. Begraven in midden abdijkerk 1145.