Hoewaer, Trudo Jozef, auteur

Kerkom 11.10.1907   Hasselt hosp. 09.12.1984  x Simone Noël 

Lagere school Kerkom en broeders christelijke scholen Sint-Truiden. Diploma’s onderwijzer normaalschool Maasmechelen 1926 en landbouwleraar 1929. Steeds als primus. Onderwijzer  Broeders Sint-Truiden en Kortijs. Onderwijzer Sint-Jozefscollege Hasselt 1929-1973. Gehuwd met dochter hoofdonderwijzeres Jeuk. Avondcursussen als landbouwleraar o.a. aan dienstplichtigen 11de Linie Hasselt 1929-1938. Volgde zelf taalcurssussen. Adviseur 1938 en pionier beroepsoriëntatie via KAJ. Directeur Vrije dienst studie- en beroepskeuze Hasselt. Lesgever verloofdencursussen 1947-1957. 

Medestichter Vlaamse Club Hasselt 1964. President 1961 ‘rot’ Toekomst- en Rodenbachstraat Virga Jessestoet. Secretaris en penningmeester Vereniging van Limburgse Schrijvers 1936-1984, redacteur en auteur artikels Oostland. Secretaris en penningmeester Mathias Kempstichting Maastricht 1977. Medewerker Europa, Haardvreugde, Limburg, Nieuw Gewas en De Zuiderwind. Toekomststraat Hasselt. Dichtbundels, toneel, jeugdromans en taalboeken. Vader van Lilly, Nelly, Willy, kunstschilderes Gerty en keramiste Lidy.

Publ.: Ernest Miller Hemingway. De Amerikaanse literatuur en Hemingway, z.p., (1955); De eeuwige rit, Maaseik: Van der Donck-Robyns, 1938; Geheime zenders, Maaseik: Van der Donck-Robyns, 1939, gedichten; Fata morgana. Gedichten, Vroenhoven: Van Aelst, 1941; Voorbij de dingen. Gedichten, Gent: Hoewaer, 1943; E.K. spreekkoor voor jongens, Hasselt: Hooger-Op, 1943; Blinde Ninchia. Missiedrama in drie bedrijven voor meisjes (ook gemengd), Maaseik: Van der Donck-Robyns, 1945, Vroege herfst. Gedichten, Gent: Kunstdrukschool OLV, 1946; Tuurke, gevolgd door: De wraak van den elfenkoning, Beringen: Heideland, 1946; Het steenen woud. Sprookjes, Beringen: Heideland, 1946; Triomf van de heilige eucharistie. Eucharistisch spel voor meisjes, Antwerpen: Altiora, 1946; Antoine de Loze architect, (Oostlandreeks, 15), Hasselt: Vereniging Limburgse Schrijvers, 1951, roman; Kempenland, in: Spiegel van Limburg. Volksalmanak voor de beide Limburgen, Nijmegen-Antwerpen: De koepel, 1952, 2, p. 29-31; Cantate der Zilveren Helmen te Halen, 1953; Van het menselijk front. Novellen, Maaseik: Vanvenckenray, 1955, novellen; In memoriam, in Gedenkboek Dr. C. Godelaine 1888-1941, Maaseik: VLS, 1954, p. 19-21; Het zwaard van Silverio. Legenden, Maaseik: Vanvenckenray, 1956, Italiaanse legenden in vertaling; Bezinning 1963. Gedichten, s.l., 1963, band Lidy Hoewaer; Voor mijn trouwe vriend Dr. Mathieu Bussels, in Album Dr. M. Bussels, Hasselt: FGOKL, 1967, p. 9-11; Tussen twee polen: liefde en dood, Maastricht-Lanaken: Ernest van Aelst, 1967; “Wachter, wat is er van de nacht?” Dichtbundel, Hasselt: Baeten, 1976, band door Lidy Hoewaer; Confrontatie en balans. Gedichten, s.l., 1978.
(Geen spelfouten meer!) Wij schrijven correct Nederlands! De nieuwe spelling 1956, Hasselt: Hoewaer, 1959, 1962 en 1968; De ontleding. Brug tussen lager en middelbaar onderwijs, s.l., 1962.
Info: Nelly Hoewaer Houthalen en HIP archief. Lit.: Jozef DROOGMANS, De onderwijzer in de Vlaamse en Limburgse literatuur. De letterkundige Trudo Hoewaer, in J. Droogmans. Verzamelde opstellen uitgegeven ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag., Hasselt: Provinciale bibliotheek, 1955, 1, p. 253-265; Trudo Hoewaer gedecoreerd, in Collegiana, Hasselt, 25; nr. 1, 1966-1967, p. 5-6; JORISSEN; Dirk DEGEESint-Truiden. De Limburgse dichter Tr. Hoewaer, verh., 1974; Speciaal Trudo Hoewaer-nummer Oostland, nrs. 59 en 60, maart 1978, met uitvoerige bio- en bibliografie door J. BUSSELS en R. JORISSEN; LIMBURGERS, p. 89-99; Jos GHYSEN, Een stukje Hasselt. 77 vlaggen voor een stad in feest, Hasselt: Heideland, 1982, p. 136-138 en p. 194-195; Erik PATTYN, Trudo Hoewaer, in Cahiers van de K.V.L.S., 1, 1990, nr. 4; DEVOS, p. 371.
ONTDEKKING VAN DE DAG

De Tongersesteenweg (1817), ruggengraat van Limburgs-Haspengouw


De Tongersesteenweg (1817), ruggengraat van Limburgs-Haspengouw


Het efficiënte romeinse weggennet, zoals de ‘kassei’ Tongeren-Tienen, verviel in de vroege middeleeuwen. Waar geen bevaarbare waterlopen waren, was men opnieuw aangewezen op lokale onverharde verbindingen met diverse alternatieven naargelang de seizoensmodder. Terwijl het Luikerland in de 18de eeuw steenwegen aanlegde voor economische ontsluiting zoals de weg Luik-Sint-Truiden(-Brussel) in 1715-1740, was de Franse bezetter rond 1800 vooral militair gemotiveerd voor snelle, rechtlijnige verbindingen. De ‘Route Napoleon’ of het deel Maastricht-Tongeren van de verbinding Keulen-Duinkerken werd in 1804-1813 afgewerkt.

Vandermaelenkaart ca. 1850 met de steenweg als rechtlijnige verbinding. Bareel en kilometerpalen of ‘bornes’


Het was wachten op de Hollanders en hun Waterstaat-ingenieur De Sermoise om op 9 december 1817 de eerste steen te laten leggen aan de Sint-Truiderpoort in Tongeren door de provinciegouverneur. Het tracé dwars door de velden en weiden trok al snel handel en bewoning van de opzij liggende dorpskernen aan, getuige de jaartallen op vele gevels en de verbindingen zoals de dreef te Ordingen. De oude ‘Truierbaan’ in Rijkel verviel tot veldweg. Een tolbarreel aan het kruispunt met de Houtstraat Brustem deed dienst tot in 1867 deze gebruikersbijdrage werd opgeheven.

De weg naar Tongeren startte aan de oude Brustempoort. De beginkilometers waren gekend voor het omtuinde Casino (1862), het huis Moreau (1872), de arbeidershuisjes en het koetsenatelier Vanslype op de Pinberg en later voor de Veiling Haspengouw (1939-2017) en toegangen tot de Industriezone Schurhoven.

Na deze steenweg voltooide men vanuit de stad Sint-Truiden de kasseiwegen naar Hasselt (1838), Diest (1844) en Namen (1855).


In augustus 1914 kon de Duitse ruiterij haar opmars van Tongeren naar Sint-Truiden (en Orsmaal) ongestoord uitvoeren. Ze staken huizen in brand op de Pinberg, maar ter compensatie kwamen er nog voor het oorlogseinde enkele ‘Pruisenhuisjes’ of modelwoningen langs de Tongersesteenweg.

Drie rotondes in Ordingen, Borgloon en Tongeren moeten de verkeersstroom, vaak ‘gehinderd’ door traag landbouwverkeer, op deze N79 veiliger later verlopen. De lengte van deze gewestweg Sin-Truiden bedraagt tot aan de landgrens in Vroenhoven 34,6 kilometers. In Tongeren sluit ze aan op de autosnelweg Antwerpen-Luik E313.

De spoorlijn Tienen-Tongeren iets ten noorden van de steenweg was tussen 1876 en 1957 actief voor personenvervoer en biedt nu op haar tracé een recreatieve en toeristische fietsweg. 



Lees: Frank MULLENERS, ‘De eerstesteenlegging van de steenweg Tongeren-Sint-Truiden (1817)’, in ‘Historische bijdragen ter nagedachtenis van G. Heynen’, Sint-Truiden: Geschiedkundige kring van Sint-Truiden, 1984, p. 227-230; ‘Sint-Truiden ingekaderd 1830-1914’, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden: vzw. Sint-Truiden 1300, 1998, p. 110-123.