Aalst 02.09.1866 Bilzen 23.10.1929 Maria Julia Smets Jacqueline Mélotte
Zoon van landbouwer August uit Brustem en Maria Dorothea Hoebers, die al in 1872 overleed. Lagere school Aalst . Rijksmiddelbare school Sint-Truiden. Onderwijzer middenjury Gent 1885. Hulponderwijzer Mielen-boven-Aalst 1885. Schoolhoofd Aalst 1886-1910. Inspirator bouw modelschool Aalst met hoofdonderwijzerswoning nov. Ferdinand Moers 1905. Bestuur Algemene Belgische Onderwijzersbond.
Bekroningen Cercle scientifique et littéraire Sint-Jans-Molenbeek 1893. 1ste prijs Koninklijke Maatschappij Dierenbescherming 1899 met Wille de Kraan, verschenen in De Opvoeding november 1899. Medestichter en letterkundig voorzitter Limburgsche Maatschappij voor Letterkunde en Wetenschap 1894. Medestichter en redacteur Verbroedering, tijdschrift van Nut en Vermaak Sint-Truiden. in 1889-1901 gedrukt bij Van West-Rausch. Alternatieve Coninckx-studie samen met Edward Wauters en Frans Straven, uitgegeven bij Van West-Rausch in 1889. Stichter-voorzitter Willemsfonds Sint-Truiden.
Redacteur lokale liberale bladen De (nieuwe) Truienaar en De Vrije Burger periode 1896-1914 . Onder pseud. ‘Steven Boersen’ met o.a. Jules Frère medewerker De Verbroedering Luik-Tongeren, 1898.
Hertrouwde met schoonzus en onderwijzeres Mélotte 1904. Leraar Nederlands stedelijke normaalschool Luik 1910-1917 en medestichter-beheerder Vlaams Huis aldaar. Lid socialistische Vlaamse Groepen in het Walenland 1908. Belaagd door kritische katholieke lokale pers Gazet van Sint-Truiden en De Tram .
Uit schoolhuis Aalst gezet 1911. Zoon Lodewijk gestikt in bad Luik 1913. Dagboeknotitie over het verwoeste fort van Loncin eind oktober 1914. Lid Nieuw Vlaanderen. Medewerker Vooruit. Kandidaat socialistisch afgevaardigde op afgeblazen Stockholmconferentie 1917. Socialistisch lid Raad van Vlaanderen 11 september 1917 en hoofdredacteur De Vlam. Afdelingshoofd Ministerie Kunsten en Wetenschappen, Elsene. Uitgeweken naar Nederland augustus 1918. Bij verstek ter dood veroordeeld 1920. Verhuis van ’s Gravenhage naar Maastricht 1921, Wilhelminasingel, Tillystraat en Frankenstraat. Overleden in Bilzen en begraven in Aalst.
Bijdragen o.a. in Dicht- en Kunsthalle, De Nationale School, Vlaamsch en Vrij, Tijdschrift van het Willemsfonds, De Tijdspiegel van ’s Gravenhage, De Jonge Gids van Amsterdam, Vragen van den Tijd, Het Nieuwe Schoolblad, De Opvoeding en Verbroedering. Gedichten in Limburgsch Jaarboek, dl. 3, 1895-1896, p. 118-120; Schele Jakke, novelle 1893 in Limburgsch jaarboek, dl. 4, 1895-1896, p. 58-64; Gedichten, Antwerpen: Opdebeek, 1902, met o.a. lied De boer van Haspengouw 1898; De Steenen Winning, in Vlaamsche Gazet, 27.03.1913; Fris de Scheper, in Vlaamsche Gazet, 03.04.1913; mede-uitgever namens Jong Vlaanderen van brochure Claudius SEVERUS, Waarom? Daarom!, Borgerhout: H. Weeremans, lente 1918.
In de Abtsvleugel, boven de Keizerszaal, kan je de bibliotheek bezoeken van de leerkrachten van het Klein Seminarie en de Normaalschool. Er is geen band met de bibliotheek van de vroegere Benedictijnenabdij (gedrukte werken vanaf +-1450) of met het Klein-Seminarie (1589) uit het Ancien Régime, beiden verspreid geraakt na 1794 bij de Franse bezetting. Uitzonderlijk zijn een drietal abdijboeken opnieuw in de Seminariebibliotheek terechtgekomen.
In 1831 werd het Klein Seminarie van het bisdom Luik heropend in Rolduc. De bibliotheek was samengesteld uit boeken afgestaan door het Groot Seminarie te Luik, vooral de collectie van kanunnik Ernst. Later vooral (testamentaire) schenkingen van priesters en leerkrachten. Soms ook aankopen vb. de bibliotheek van professor-provisor Jozef Schoofs in 1943. Rond 1900 een vijftigtal tijdschriften.
Door de scheiding van de beide Limburgen in 1839 zocht de Luikse bisschop Van Bommel een nieuwe vestiging voor zijn Klein-Seminarie aan de Belgische kant van de nieuwe grens. Het werd de oude abdijstad Sint-Truiden, waar op de grondvesten van de grotendeels afgebroken Benedictijnenabdij vanaf de jaren 1844 een nieuwbouw naar ontwerp van de Gentse architect Louis Roelandt verscheen.
De oude Abtsvleugel werd gebouwd vanaf 1751 en kende opeenvolgende herinrichtingen. Deze vleugel werd gespaard bij de afbraakwoede in de Franse tijd. De bibliotheek met de houten wandrekken dateert uit de historiciserende neo-classicistische verbouwingsperiode 1839-1843. De staande rekken zijn van latere datum. De functie van deze ruimte voor 1839 is niet gekend. Rond de bibliotheek lagen westelijk het fysicalokaal, de liftkoker en een bergplaats, noordelijk het kabinet natuurlijke historie en het lokaaltje van de bibliothecaris. Oostelijk bij de traphal was het leeskabinet.
Deze bibliotheek had een afgesloten karakter, vertrouwend op de kleine groep gebruikers. De bibliothecaris was een cumulfunctie voor een professor. Het Klein Seminarie bestond uit een humaniora en uit de twee eerste opleidingsjaren voor het priesterschap met vooral filosofie. Vakken in de bibliotheek : theologie, filosofie, klassieke talen, Frans en geschiedenis. Ook kerkelijk recht, Duits, Nederlands en wetenschappen.
In totaal 25.000 drukken, waarbij een 8.500 gedrukt voor 1840, en ook een 80-tal handschriften. Het archief van het voormalig Klein Seminarie wordt er ook bewaard.
Voor de leerlingen waren er per leerjaar of vereniging – literair of religieus - kleine bibliotheekjes opgebouwd.

De teloorgang begon na de eerste wereldoorlog, toen het Klein Seminarie de nadruk legde op de middelbare opleiding in plaats van het hoger onderwijs. Na het vertrek van de filosofiejaren in 1966 was de bibliotheek ten dode opgeschreven. De brand in 1975 spaarde gelukkig de abtsvleugel. In 1985 nam de Provincie Limburg deze vleugel in erfpacht van het Bestuurscollege van het Bisschoppelijk Seminarie van Hasselt en bracht er het Provinciaal Documentatiecentrum Cultureel Erfgoed of Abdij Sint-Truiden onder, in al 1979 uitgebreid met de bruikleen van het Fonds Govaerts, een 10.000-tal boeken. Het fonds Govaerts is de persoonlijke bibliotheek van priester Emiel Govaerts (1869-1946) en van zijn broer priester Jan Govaerts (1896-1971). Deze laatste was archivaris van het bisdom Luik en liet de bibliotheek na aan de vzw. Vrienden van het Begijnhof te Sint-Truiden.
In 1993 nam de Stad Sint-Truiden deze erfpacht over. Bij het terugtrekken van de Provincie Limburg uit de vroegere Abdij werden het Fonds Govaerts, bij testamentaire beschikking verplicht binnen Sint-Truiden te bewaren, en de Seminariebibliotheek overgelaten aan het Stadsbestuur van Sint-Truiden. De al begrote plannen van de Provincie om in de bibliotheek een documentatiecentrum te vestigen na verbouwing en vervanging van de rekken raakten in de koelkast. Momenteel beheert de stadsarchivaris deze verzamelingen in situ. In 1997 verscheen een catalogus van de 16de-eeuwse drukken bewaard in Limburgse bibliotheken. Hierbij waren 204 edities uit de Seminariebibliotheek en 3 uit het Fonds Govaerts. Vanaf 1978 werd een voorlopige inventaris van het Fonds Govaerts opgesteld. Ongeveer de helft van de boeken hebben oude kunst als onderwerp.