Robijns of Robyns, Oswald, geschiedkundig auteur

Gelinden 21.03.1871   Hasselt 09.01.1939, begraven in Millen 

Zoon van inspecteur Frans Antoon.  Woonachtig en studies colleges Maaseik en Hasselt. Medestichter en secretaris De Vlaamse Bloemengaard. Priester  1896. Leraar  Borgworm (Waremme), kapelaan Eksel 1899 en pastoor Millen 1910-1938. Op rust in Hasselt. 

Stichter-hoofdredacteur Limburg 1919. Regionaal historische en folkloristische artikels in dit tijdschrift en in ’t Daghet in den Oosten. Religieuze werken, leerboekjes en sociologische brochures. Vertalingen van G. Kurth en J. Demartau. Gedichten en toneelwerken. Uitgave verzamelde gedichten en biografie van zijn vader in 1905.

Publ.: Maatschappij van Onderlingen Bijstand, Maaseik, 1892; De lijfrentekas of iedereen rentenier, Maaseik: Vanderdonck-Robyns, 1899; De brigands van 1798, Maaseik: Vanderdonck-Robyns, 1898; vert. Baptist Houtworm. Antialcoolisch kluchtspel in twee tafereelen, (Werken van Oswald Robyns, 14), Maaseik: Vanderdonck, 1902; vert. De paardedeken. Zedenschets in één bedrijf, (Werken van Oswald Robyns, 13), toneelstuk, Maaseik: Vanderdonck-Robyns, 1903; Eigen tooi en vreemde pluimage, Oostakker: Drukkerij beroepsschool Glorieux, 1904; Gemengde verhalen en eenige gedichten, (Werken van Oswald Robyns, 16), Oostakker: Drukkerij beroepsschool Glorieux, 1906; De wet van den 16 mei 1900 over de erfenis der kleine nalatenschappen voor het volk opgehelderd en toegelicht, (Werken van Oswald Robyns, 5), Maaseik: Vanderdonck-Robyns, 1907; Korenaren en kollebloemen, Oostakker: Drukkerij beroepsschool Glorieux, 1908; Een lach en een traan, Oostakker: Drukkerij beroepsschool Glorieux, 1910; Handboekje van den godvruchtigen misdienaar, Maaseik, 1912; Zo loont de Liefdekoning, Tongeren: Michiels-Broeders, 1921, met inleiding bisschop Rutten; De klokken van Millen, Maaseik, 1925; Een heksenproces te Millen, Maaseik, 1930.
Lit.: HBVL, Kunst en Letteren, 12.01.1939; A. REMANS, in NBIOW, 2, 1966, kol. 739-740; SWERTS, p. …….. ; DEVOS, p. 586.
ONTDEKKING VAN DE DAG

De Melsterbeek vloeit richting Schelde

In het bekken van de Melsterbeek volgen de beken eerst zuid-noord het dalend reliëf van ca. 100 naar 35 meter boven zeespiegel. Net noordelijk van het stadscentrum van Sint-Truiden buigt de Melsterbeek zelf naar het noordwesten en ontvangt de Cicindria in Melveren en de Molenbeek in Runkelen. Ze loopt dan een tijdje zij-aan-zij met de Gete en vloeit samen bij Donk. Via Demer, Dijle en Rupel gaat het richting Schelde. 

De (herlegde) Melsterbeek bij Ordingen


De naam ‘Melster’ komt waarschijnlijk van het woord malter of mout, maar in de lokale volksmond is het gewoon ‘molenbeek’ als grootste waterloop. Ze ontspringt in Heiselt bij Jeuk, vlakbij de taalgrens. Ze is 33 kilometer lang. Waterlopen schuren beekvalleien uit en de kleilagen onder de ijstijdleem in Vochtig Haspengouw doen talrijke bronnetjes dagzomen. Langs de oevers van de Melsterbeek groeide een ketting van dorpen met omgrachte kastelen en zelfs abdijen in Nonnemielen en Terbeek. Haar stroomkracht deed graanwatermolens draaien. In Sint-Truiden zijn dat de dorpen Aalst, Brustem, Ordingen, Zepperen, Melveren, Metsteren en Runkelen.

Modern bekenbeheer bij Ordingen door Land&Water

De beken kennen in deze streek een vrij hoog verval met piekdebieten. Voor de waterbeheersing waren wachtbekkens nodig, o.m. voor de Melsterbeek in Aalst, Ordingen en Bernissem. De natte gronden in de beekvalleien waren in de 19de-20ste eeuw met waterzuchtige Canadapopulieren beplant, nuttig voor klompen, minder duurzaam timmerwerk en kisthout. 

Wachtbekken 'De Wiel' in Aalst-bij-Sint-Truiden


Tussen Sint-Truiden en Zepperen werd in 1879 een stevige bakstenen brug geslagen. Enkel de sluitsteen bleef bewaard 'COART B(ourgemestre) ZEPPEREN 1876'


Een vistelling in 2012 bij Metsteren leverde volgende soorten op: driedoorn stekelbaars, tiendoorn, riviergrondel, bermpje en blauwband. De molenwatervallen zijn wel een drempel voor hun migratie voor paai, rust en voedselgaring, onderzoek Stef Cools.


Lees: Pierre DIRIKEN, ‘Water in Haspengouw’, (Geogidsen), Sint-Truiden: De Blauwe Vogel, 1985; ID., ‘Het Haspengouws landschap in evolutie’, (Haspengouwse monografieën, 2), Kortessem: Georeto, 2013. \nKijk: http://www.land-en-water.be. Wateringen van Sint-Truiden.\n

De intussen verdwenen watermolen bij het kasteel van Ordingen. De wapensteen met commandeurswapen uit 1740 in de gevel werd ingemetseld in het kasteel