Mielen boven Aalst 10.10.1836 Elsene 31.07.1903 Virginie Ghijsens
Zoon van Willem en Maria Josepha Bormans.
Lessen Latijn bij pastoor Theunissen in Aalst. Ll. Normaalschool 1851-1854, grootste onderscheiding. Onderwijzer college Asse, pensionaat Snyders Brussel, instituut Saint-Martin Brussel, Opwijk en Gors-Opleeuw. Onderwijzer Gelinden 1857. Huwelijk met dochter graankoopman Gelinden 1863. Vader van priester Oswald. Letterkundige. Kantonnaal inspecteur Maaseik 1873 en hoofdinspecteur 1885 lager onderwijs.
Dochter Alfonsine, onderwijzeres, huwde met drukker J. Van Der Donck Maaseik.
Schrijver . Boek De l’enseignement de la rédaction dans les écoles primaires, spécialement dans les écoles primaires rurales, suivi du plan (2de ed., gedrukt bij Vanwest-Pluymers in 1860), bekroond door het Journal de l”Enseignement primaire et de l’enseignement moyen du second degré 1859. Voorstander Socratische methode. Diploma Londen 1871 en medaille Wenen 1873 voor leerboeken. Stichter opvoedkundig tijdschrift Katholiek Schoolblad 1879, later De Opvoeding. Stichter Schoolbond tegen Alcoolisme 1887. Handboeken anti-alcoholisme, vaak samen met zoon en dokter Albert Robijns.
Schreef tekst Ons vaandel voor lied van vlag alcohol-onthoudersbond, met Belgische kleuren, groene morgenster op wit veld. Andere werken: Nieuwe schrijf-leesmethode. Leesboek voor volksscholen. De kleine zanger. Methodische stijl- en denkleer. Aanleiding tot het vervaardigen van Nederduitsche opstellen. Methode om de Nederduitschen op korten tijd te leeren Fransch lezen. Nederlandsche spraakleer. Elementaire oefeningen in het schoonschrijven. Hand-atlas der Bijbelsche geschiedenis. Rekenkunde der lagere scholen. Woonde later in Hasselt, maar toevallig in Elsene overleden. Neefje Alfred Robyns, hoofdonderwijzer te Neeroeteren was ook auteur van leerboeken. Straatnaam Gelinden. Staatsieportret Stadsmus Hasselt.
Te Engelmanshoven heeft mijn mam de pijp gezien waar de alvermannekens uitkwamen. Die hadden in de grond kasten en tafels van aarde. En als ge moest wassen of bakken, dan moest ge maar een goeie koek gereed leggen en zeggen:
'Ik wou dat de alvermannekens kwamen bakken',
dan kwamen ze uw werk doen. '
Ik heb eens horen vertellen van een vrouw die zonder 'maagd' zat en die wenste dat de alvermannekens kwamen.
'Ik zal een teil rijstpap voor hen maken' zei ze.
Maar toen kwamen ze daar altijd en ze waren daar zo thuis dat ze in de keuken kwamen. En toen daar een nieuwe 'maagd' was, vielen ze die altijd lastig en die was kwaad. Toen zei de vrouw dat tegen een overste van de alvermannekens.
'Weet ge wat ge doet, zei die, het is een 'mottig' middel, als ze nog eens komen, dan geeft ge haar een snee brood en dan moet ze gaan zitten en kuimen of ze moet pissen en kakken.'
Met acht man kwamen ze binnen en toen deed die dat en toen ze dat zagen, riepen ze allemaal gelijk:
'Haaaa, foei, eten, bijten, schijten, zijken gelijk, haaaa, foei!'
en toen liepen ze weg, terwijl ze hun neus toehielden en ze zijn niet meer teruggekomen.
Opgetekend door F. Beckers in 1948