Darteldwarse Cicindria

Darteldwarse Cicindria

Zij, blauw lint, Cicindria is haar naam.
Zij, ware moeder, zonder stroom, abdij noch stad.
Zij, gesplitste en ondergrondse ader, tak van dood-, tak van levend water.
Zij verrijst en komt aan de oppervlakte.
Zij kneedt en knecht de stad naar haar loop.

Herman ROHAERT, in Abdij Sint-Truiden. Een wandeling, Sint-Truiden: Abdij, Stad en Regio vzw, 2008, p. 22. Herman Rohaert (Ninove 1958). Germanist en leraar KCSint-Truiden. Dichter, criticus en redacteur. Fruitgedichten o.m. Rooddood permanent tentoongesteld op domein Speelhof. Europese kring van meertalige en dialectversies van gedicht. Initiatiefnemer dichtbundels open monumentendagen Sint-Truiden. Poëzie op brandweerauto’s. 
 De Cicindria ontspringt bij Jeuk en haar vallei bepaalde de locatie van de kloosterstichting door Trudo, die later tot abdij en stad zou uitgroeien.

Cicindria


De Cicindria nabij het Begijnhof in Sint-Truiden

Deze beek ontspringt op een hoogte van 120 meter nabij de taalgrens in Hasselbroek, een gehucht van Jeuk in de gemeente Gingelom. De bron van de Cicindria bevindt zich bij het Kasteeldomein van Hasselbroek. De Cicindria stroomt in noordelijke richting en mondt uit in de Melsterbeek in de buurt van Melveren.

Tussen Jeuk en Borlo vloeit de Voortbeek in de Cicindria. Vervolgens loopt de Cicindria via Buvingen, Muizen en Kerkom-bij-Sint-Truiden richting             Sint-Truiden. Ter hoogte van het voormalige militaire vliegveld stroomt de beek onder de landingsbaan door.

In het centrum van Sint-Truiden is de beek volledig overwelfd. Nabij het begijnhof loopt de Cicindria weer bovengronds. Enkele honderden meters verder stroomt de Cicindria in de Melsterbeek, een zijrivier van de Gete.

Langs de Cicindria bevinden zich verschillende kastelen en watermolens waaronder:

ONTDEKKING VAN DE DAG

Adalbero, abt

Sint-Truiden 964 

Ardeens gravenzoon. Bisschop van Metz 929. Invloedrijk als verwant van de keizer. Diverse stichtingen en heroprichting abdij Gorze. Zette abt Renier Sint-Truiden af en nam zijn plaats in. Abt Sint-Truiden 944-964. Strengere naleving orderegel. Uitbreiding abdijdomein o.a. met eigen goederen in Pommeren (Moezel). Bouwde en wijdde Ottoonse abdijkerk in 945, na de invallen van de Noormannen, en voegde crypte toe. Begraven in Sint-Truiden. Herbegraven in Gorze en Metz.
Eretitel: pater monachorum, vader van de monniken. Neefje en naamgenoot Adalberon werd aartsbisschop van Reims.

Foto: Kathedraal Metz

Abdijcrypte, grafnis 2004 in dodengang, opschrift Adalbero abbas episcopus mettensis ibi translatus 964  door Jos Geusens 2005.

Adalbero was de zoon van paltsgraaf Wigerik van Lotharingen en van Kunigunde van de Ardennen en was de broer van Siegfried I van Luxemburg. In 929 werd hij omwille van zijn adellijke afkomst unaniem verkozen tot bisschop van Metz. Hij deed de abdijen, die afhingen van het bisdom en die in verval waren, terug heropleven. Hiervoor kreeg hij de bijnaam vader van de monniken. Adalbero liet de vervallen gebouwen herstellen en breidde de bezittingen van de abdijen verder uit. In 933 was hij de drijvende kracht achter de heropleving van de abdij van Gorze en in 944 zette hij zich in voor de heropleving van de abdij van Sint-Truiden die eveneens afhing van het bisdom Metz.

Lees: P.F.X. DE RAM, in BIONAT, 1, 1866, kol. 30-32; RECUEIL, p. 5-6; MONBEL, p. 29-30, KRONIEK, passim; CRYPTE, p. 45 en 47.

lees ook op

lees ook opGa hier verder..