Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos

Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos

De Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos, officieel Basiliek van Maria Tenhemelopneming , is een kerkgebouw in Kortenbos in de Belgische gemeente Sint-Truiden. De bedevaartskerk is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, waarvan in Kortenbos een beeldje bijzonder vereerd wordt. De Basiliek van Kortenbos is tegelijkertijd een parochiekerk voor een parochie, die delen van Alken (Rozenkranswijk), Kozen, Zepperen en Melveren omvat. De norbertijnen van de abdij van Averbode zijn de bedienaars van de parochie van Kortenbos.

Bouwgeschiedenis

De oorsprong van de kerk ligt in een Mariabeeldje. In vroeger tijden had de streek tussen Hasselt en Sint-Truiden te maken met struikrovers. Om de reizigers te beschermen plaatste Elisabeth van Oeteren in 1636 een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw in een eik op deze toen eenzame en onbewoonde plaats. In 1639 volgde de bouw van een kapel, aanvankelijk gekend als Onze-Lieve-Vrouw ten Nachtegaal bij den Kortenbos. Omwille van de toeloop van Mariavereerders en een reeks vermeende wonderen, verrees er vanaf 1641 een barokke bedevaartskerk, gebouwd naar ontwerp van de franciscaan, Nicolaas Ray. Het interieur is eveneens ingericht in barokke stijl. De kerk werd in 1648 ingewijd en van 1655-1665 uitgebreid met een transept en in 1665 met een toren, waarvan de spits met lantaarn en hoektorentjes voltooid werd in 1725. Het portaal werd opgetrokken tussen 1698 en 1725. De twee zijportaaltjes dateren uit 1925.

Op 13 mei 1873 riep de bisschop van Luik, Monseigneur de Montpellier, Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos uit tot 'Patrones van Limburg '. De plechtige kroning van het Mariabeeldje werd op 11 augustus 1897 door paus Leo XIII goedgekeurd en vond plaats op 1 mei 1898. Op 24 februari 1936 verleende paus Pius XI aan de bedevaartskerk van Kortenbos de titel van basilica minor. Van 1991 tot 1996 vond een grote restauratie plaats onder leiding van architect Paul Stevens. Jaarlijks komen er nog vele duizenden pelgrims op het miraculeuze Mariabeeldje af, vooral in de Mariamaand mei. Sinds 2000 vindt op 1 mei een bedevaart plaats van Averbode naar Kortenbos.

Architectuur

Buitenkant

De Basiliek van Kortenbos is een éénbeukige barokke kruiskerk met een schip van vier traveeën, een transept van twee traveeën, een koor met één rechte travee met een vlakke sluiting, een oosttoren en een sacristie. Het gebouw is opgetrokken uit baksteen met verwerking van mergelsteen.

Het zeszijdige westportaal is gedekt met een leien zadeldak en wordt geflankeerd door lagere noord- en zuidkapellen onder afgeschuinde leien daken. Het portaal heeft markante hoekpilasters en wordt bekroond door een driehoekig fronton van baksteen met geprofileerde mergelstenen lijsten. De drie ingangen van de kerk hebben een geblokte omlijsting van kalksteen. Boven de hoofdingang bevindt zich een ovaal bovenvenster in een rechthoekige omlijsting.

In de noord- en zuidgevel van het schip bevinden zich slanke, verdiepte rondboogvensters met sterk geprofileerde omlijstingen van baksteen die de verticaliteit van het gebouw benadrukken. Het transept heeft boven- en benedenvensters die zijn opgenomen in een verdieptenis.

De zware, vierkante oosttoren heeft een kroonlijst op halve hoogte en rondboogvormige muuropeningen op verschillende hoogten. De tweede geleding is verlevendigd met mergelstenen hoekbanden en speklagen, onderbroken door twee mergelstenen, rondboogvormige galmgaten onder een centrale wijzerplaat. De achtzijdige lantaarn wordt bekroond door een peervormige spits, geflankeerd door vier slanke peervormige hoektorentjes.

Interieur

Het interieur van de Basiliek van Kortenbos is bepleisterd en witgeschilderd boven een barokke, houten lambrisering. De indeling van het kerkschip in traveeën wordt geaccentueerd door kruisribgewelven tussen gedrukte gordelbogen, die aansluiten op kapiteelloze pilasters. De beide transepten hebben tussenverdiepingen met kapellen op de begane grond en tribunes daarboven.

De kerk heeft een zeer rijke barokke inrichting, die grotendeels in originele staat bewaard is gebleven. Het interieur doet sterk denken aan dat van de abdijkerk van Averbode, waarmee de kerk sinds jaar en dag verbonden is.

Het hoofdaltaar van gemarmerd hout is van de Antwerpse houtsnijder Pieter Scheemaeckers (circa 1710). De twee zijaltaren, eveneens van gemarmerd hout, dateren uit circa 1655. Het hoofdaltaar wordt versierd door het schilderij Heilige Norbertus bij Onze-Lieve-Vrouw (1662) dat aan Gaspar de Crayer wordt toegeschreven. De schilder toont Norbertus, de stichter van de Norbertijnen die Maria aanbidt. Andere altaarstukken tonen Onze-Lieve-Vrouw met Sint-Norbertus en Sint-Augustinus en De Westerse Noodheiligen (beide Vlaamse School, 2e helft 17de eeuw). Verder bezit de kerk achttien votiefschilderijen op doek (17de en 18de eeuw) en twaalf schilderijen met voorstellingen van premonstratenzerheiligen, door Abraham van Diepenbeek (derde kwart 17de eeuw).

Het terracottabeeld van Onze-Lieve-Vrouw-van-Kortenbos  dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw.

Zeer bijzonder zijn de tien biechtstoelen  van Antoon Baeyens uit Mechelen (circa 1651). De biechtstoelen zijn geheel ingewerkt in de eikenhouten lambrisering, die de wanden van het hele kerkschip en een deel van de transeptarmen bedekt. De lambrisering omvat ook de westelijke hoofdingang en twee rijkbewerkte deuren ter weerszijden daarvan. De eiken preekstoel dateert uit 1647. De communiebank in Lodewijk XIV-stijl is jonger (ca 1724). Op het koor bevinden zich enkele armstoelen in Lodewijk XV-stijl.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Basiliek_van_Onze-Lieve-Vrouw_van_Kortenbos


ONTDEKKING VAN DE DAG

De bibliotheek van de professoren

In de Abtsvleugel, boven de Keizerszaal, kan je de bibliotheek bezoeken van de leerkrachten van het Klein Seminarie en de Normaalschool. Er is geen band met de bibliotheek van de vroegere Benedictijnenabdij (gedrukte werken vanaf +-1450) of met het Klein-Seminarie (1589) uit het Ancien Régime, beiden verspreid geraakt na 1794 bij de Franse bezetting. Uitzonderlijk zijn een drietal abdijboeken opnieuw in de Seminariebibliotheek terechtgekomen. 

In 1831 werd het Klein Seminarie van het bisdom Luik heropend in Rolduc. De bibliotheek was samengesteld uit boeken afgestaan door het Groot Seminarie te Luik, vooral de collectie van kanunnik Ernst. Later vooral (testamentaire) schenkingen van priesters en leerkrachten. Soms ook aankopen vb. de bibliotheek van professor-provisor Jozef Schoofs in 1943. Rond 1900 een vijftigtal tijdschriften.

Door de scheiding van de beide Limburgen in 1839 zocht de Luikse bisschop Van Bommel een nieuwe vestiging voor zijn Klein-Seminarie aan de Belgische kant van de nieuwe grens. Het werd de oude abdijstad Sint-Truiden, waar op de grondvesten van de grotendeels afgebroken Benedictijnenabdij vanaf de jaren 1844 een nieuwbouw naar ontwerp van de Gentse architect Louis Roelandt verscheen. 

De oude Abtsvleugel werd gebouwd vanaf 1751 en kende opeenvolgende herinrichtingen. Deze vleugel werd gespaard bij de afbraakwoede in de Franse tijd. De bibliotheek met de houten wandrekken dateert uit de historiciserende neo-classicistische verbouwingsperiode 1839-1843. De staande rekken zijn van latere datum. De functie van deze ruimte voor 1839 is niet gekend. Rond de bibliotheek lagen westelijk het fysicalokaal, de liftkoker en een bergplaats, noordelijk het kabinet natuurlijke historie en het lokaaltje van de bibliothecaris. Oostelijk bij de traphal was het leeskabinet.

Deze bibliotheek had een afgesloten karakter, vertrouwend op de kleine groep gebruikers. De bibliothecaris was een cumulfunctie voor een professor. Het Klein Seminarie bestond uit een humaniora en uit de twee eerste opleidingsjaren voor het priesterschap met vooral filosofie. Vakken in de bibliotheek : theologie, filosofie, klassieke talen, Frans en geschiedenis. Ook kerkelijk recht, Duits, Nederlands en wetenschappen.

In totaal 25.000 drukken, waarbij een 8.500 gedrukt voor 1840, en ook een 80-tal handschriften. Het archief van het voormalig Klein Seminarie wordt er ook bewaard.

Voor de leerlingen waren er per leerjaar of vereniging – literair of religieus - kleine bibliotheekjes opgebouwd.



De teloorgang begon na de eerste wereldoorlog, toen het Klein Seminarie de nadruk legde op de middelbare opleiding in plaats van het hoger onderwijs. Na het vertrek van de filosofiejaren in 1966 was de bibliotheek ten dode opgeschreven. De brand in 1975 spaarde gelukkig de abtsvleugel. In 1985 nam de Provincie Limburg deze vleugel in erfpacht van het Bestuurscollege van het Bisschoppelijk Seminarie van Hasselt en bracht er het Provinciaal Documentatiecentrum Cultureel Erfgoed of Abdij Sint-Truiden onder, in al 1979 uitgebreid met de bruikleen van het Fonds Govaerts, een 10.000-tal boeken. Het fonds Govaerts is de persoonlijke bibliotheek van priester Emiel Govaerts (1869-1946) en van zijn broer priester Jan Govaerts (1896-1971). Deze laatste was archivaris van het bisdom Luik en liet de bibliotheek na aan de vzw. Vrienden van het Begijnhof te Sint-Truiden.

In 1993 nam de Stad Sint-Truiden deze erfpacht over. Bij het terugtrekken van de Provincie Limburg uit de vroegere Abdij werden het Fonds Govaerts, bij testamentaire beschikking verplicht binnen Sint-Truiden te bewaren, en de Seminariebibliotheek overgelaten aan het Stadsbestuur van Sint-Truiden. De al begrote plannen van de Provincie om in de bibliotheek een documentatiecentrum te vestigen na verbouwing en vervanging van de rekken raakten in de koelkast. Momenteel beheert de stadsarchivaris deze verzamelingen in situ. In 1997 verscheen een catalogus van de 16de-eeuwse drukken bewaard in Limburgse bibliotheken. Hierbij waren 204 edities uit de Seminariebibliotheek en 3 uit het Fonds Govaerts. Vanaf 1978 werd een voorlopige inventaris van het Fonds Govaerts opgesteld. Ongeveer de helft van de boeken hebben oude kunst als onderwerp.


R(af) VAN LAERE, Het Fonds Govaerts, in : Historische bijdragen ter nagedachtenis van G. Heynen, (Historische bijdragen over Sint-Truiden, 4), Sint-Truiden : Geschiedkundige Kring, 1984, p. 343-352; Karel VERHELST, Het interieur van de abtsvleugel van de voormalige abdij van Sint-Truiden, in : M&L, jg. 9, nr. 1, 1990, p. …..R(af). VAN LAERE, Het Klein Seminarie vanaf het ontstaan tot 1940, in : Omzien in dankbaarheid. 150 jaar katholiek onderwijs in de abdij van Sint-Truiden. Heilig-Hartschool. Klein Seminarie. College, Sint-Truiden, 1992, p. 12-56; Karel VERHELST, De bibliotheek van het voormalig Klein Seminarie van Sint-Truiden, in : Sint-Truiden 1300, Sint-Truiden : Appel, 1993, p. 28 ; Karel VERHELSint-Truiden m.m.v. Raf VAN LAERE, Catalogus van de 16de-eeuwse drukken bewaard in Limburgse bibliotheken, (Archief- en Bibliotheekwezen in België, extranummer 54), Brussel, 1997; Franz AUMANN, Onderzoek naar de bibliotheek van de benedictijnenabdij van Sint-Truiden in de tweede helft van de 18de eeuw. Nieuwbouw, verwervingen, teloorgang en verspreiding, in: Historische bijdragen over Sint-Truiden en omgeving, Sint-Truiden: GOKSint-Truiden. 2006, p. 27-60.