De Boddelkèèr

De Boddelkèèr

Sprengt na mar be toos op de boddelkèèr
Luistet no oos echt gebuirt verhoal
We brenge het vol zwoeng en be hiel voul lagère
Al moake we van tijd wel wa kaboal
E vertelselke ei, e stuk toniel donoo
Dzje spitst mar oer oere want de Truieneers dei zin doo

Sprengt na mar be toos op de boddelkèèr
Luistet no oos echt gebuirt verhoal
We brenge het vol zwoeng en be hiel voul lagère
Al moake we van tijd wel wa kaboal
E vertelselke ei, e stuk toniel donoo
Dzje spitst mar oer oere want de Truieneers dei zin doo

Vanaf 2009 bracht deze groep straattheater op diverse pleinen in Groot-Sint-Truiden. Concept Danny Gennez, toeristische gids en oud-schoolhoofd Berchmanshuis. Met financiële steun van de stedelijke Erfgoedcel brachten zij liedjes en humoristische scetchen in Sint-Truidens dialect. Spel muziek en zang door componist Willy Delwaelheyns, Herman Durwael, tonredenaar Christophe Elen, journalist Rudi Festraerts, Chris Mathijs, Aimé Piccard, chirurg Luc Renson, Kathleen Smolders, Pierre en Ria Vandezande. Decor en karikaturen door tekenaar Fonny Dirix. Een ‘boddelkèèr’ is een slagkar op twee grote wielen.


ONTDEKKING VAN DE DAG

Koningin Astrid, lieveling van het publiek

Verongelukte vorsten herdacht

De Zweedse prinses Astrid (°1909) werd in 1929 gemalin van onze Belgische vorst Leopold III. Ze verloor het leven bij een auto-ongeval in Zwitserland op 29 augustus 1935. De gemeenteraad hernoemde de Tentoonstellingsstraat al eind september in ‘Koningin Astridstraat’. In november 1937 organiseerde een comité van de Nationale Strijdersbond in het stadhuis een tentoonstelling van zandtapijt met de overleden Astrid op haar praalbed, om fondsen te werven voor een gedenkteken. Dat werd in de vorm van een postuum staatsieportret aangeboden aan het stadsbestuur tijdens de augustuskermis van 1939. Door de mobilisatie en de opeisingen ging deze plechtigheid met tentoonstelling verloren in het oorlogsnieuws.

De vermaarde Hasseltse portretschilder Jos Damien en zijn leerlinge-assistente Anne Rutten signeerden het schilderij.

Koningin Astrid wordt levensgroot en ten voeten uit afgebeeld in een paleisdecor en houdt een waaier van struisvogelveren vast. Ze draagt een witte galajurk met korte sleep en nonchalant gedragen losse mouwen. Oorhangers, armband en hanger met kruis tonen een groene smaragdkleur. De stralende vorstin draagt het zogenaamde ‘Diadeem der negen provinciën’. Dit kleinood, een verlovingscadeau van de Belgische bevolking uit februari 1925, bestaat uit een band met Griekse meandermotieven en werd door juwelier Van Bever vervaardigd. In de later herwerkte versie met ruiten zijn de elf briljanten ingewerkt als symbool van de toen negen provincies, plus België met vorstenhuis, plus Belgisch Congo.




In 1934 was in de inkomhal van het stadhuis al een gedenkteken opgericht voor vorst Albert I, na zijn tragisch klimongeval.