Sprengt na mar be toos op de boddelkèèr
Luistet no oos echt gebuirt verhoal
We brenge het vol zwoeng en be hiel voul lagère
Al moake we van tijd wel wa kaboal
E vertelselke ei, e stuk toniel donoo
Dzje spitst mar oer oere want de Truieneers dei zin doo
Sprengt na mar be toos op de boddelkèèr
Luistet no oos echt gebuirt verhoal
We brenge het vol zwoeng en be hiel voul lagère
Al moake we van tijd wel wa kaboal
E vertelselke ei, e stuk toniel donoo
Dzje spitst mar oer oere want de Truieneers dei zin doo
Het station van Sint-Truiden, vermoedelijk op 11 augustus 1915. Een jaar na de veldslagen in Orsmaal-Gussenhoven en Halen zakt generaal Moritz von Bissing af naar het voormalige slagveld. Hij deelt er enkele IJzeren Kruisen (de hoogste Duitse onderscheiding) uit aan moedige soldaten.
Von Bissing, zelf een voormalige cavalerieofficier, was sinds december 1914 in functie als gouverneur-generaal december 1914 in functie als gouverneur-generaal van het bezette België. In die hoedanigheid is hij de hoogste Duitse militair van het land en heeft Von Bissing een nagenoeg onbeperkte macht. Von Bissing streeft naar een volledige naoorlogse aanhechting van ons land bij het Duitse rijk, maar hij sterft nog tijdens de oorlog, op 18 april 1917. Hij is dan 73.
De Duitsers waren trouwens gek op de grandeur van dergelijke ceremonies. Op de voorgrond staat een muziekkapel met pinhelmen, klaar om een eresaluut te spelen. Uit verslagen uit de oorlogsjaren weten we dat diezelfde muziekkapel elke week het beste van zichzelf gaf op de kiosk in Sint-Truiden.