Plagerijen a) lichamelijke plagerijen

Plagerijen a) lichamelijke plagerijen

Een meisje met blonde krullen kwam een heks tegen, die haar haren streelde en zei "Och, wat een mooie krullen!" Toen het meisje thuiskwam, zaten haar haren vol luizen.

dô was e metske mê blonde krolle; en dô kam zoe een heks en di strielden het hôr van da kind en zei "Och! wat e schoeun hör"; en as het kind thöskam, zat het vol lös.

Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Brustem

ONTDEKKING VAN DE DAG

Trofeeën aan de muur: het luie landleven

In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen. 

In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop. 




Lees: Franz AUMANN, Symboliek op het 'schoon verdiep' van het Sint-Truidense stadhuis, in Sint-Truiden een zoektocht naar symbolen, Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2002, p. 19-27; Het stadhuis van Sint-Truiden. Hart van de democratie, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2018, p. 56-61.