Aan de rand van het bos hielden de heksen vaak een bijeenkomst. Toen X op een dag voorbij de heksen kwam, sprak er één "Wilveren, wilveren", waarop een andere zei "Neeveren, neeveren, het is X de timmerman, laat hem maar door!" Op dezelfde plaats kwam ook eens een man met een bochel. Toen zeiden de heksen "Wilveren, wilveren, javeren, javeren", en ze dansten met de man, namen hem zijn bochel af en plakten die tegen een dikke boom die daar stond. Toen de man de volgende dag een vriend tegen het lijf liep, vroeg die hem hoe hij zijn bochel was kwijtgeraakt. Die vriend had zelf ook een bochel en ging nog diezelfde avond naar de plek die de man had genoemd. De heksen spraken "Wilveren, wilveren, javeren, javeren", en de man was al verheugd. Toen namen de heksen echter de andere bult van de boom af, en plakten die op de rug van de man, zodat hij nu twee bochels had.
De tieltjesjacht kwam daar aan de kant van 't bos. Dat vloog door de lucht met een 'lawijt' en dat was een hele compagnie heksen. Daar kwam Pie-Ber eens op uit en toen zeiden ze 'Wilveren, wilveren, en een ander zei 'Neeveren, neeveren, 't is Pie-Ber de timmerman, laat hem door.' En daar op dezelfde plaats kwam ook eens ene met een bult en toen zeiden ze 'Wilveren, wilveren, javeren, javeren' en ze dansten met hem en ze namen zijn bult af en ze plakten hem tegen een dikke boom die daar stond. Daarna kwam die een kennis tegen die ook een bult had en die zei 'Deh, waar is uw bult heen?' - 'Dat is gemakkelijk, de tieltjesjacht heeft me hem afgenomen, daar tegen Duras-bos, daar moet ge ook maar eens gaan.' En die ging daar de eerste de beste avond heen en de tieltjesjacht riep 'Wilveren, wilveren, javeren, javeren, en die man was al blij, maar toen pakten ze de bult van de boom af en die zetten ze hem nog bij en toen had hij er twee. Hij was beter thuis gebleven, dan had hij maar ene gehad.
Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Duras
Mielen boven Aalst 10.10.1836 Elsene 31.07.1903 Virginie Ghijsens
Zoon van Willem en Maria Josepha Bormans.
Lessen Latijn bij pastoor Theunissen in Aalst. Ll. Normaalschool 1851-1854, grootste onderscheiding. Onderwijzer college Asse, pensionaat Snyders Brussel, instituut Saint-Martin Brussel, Opwijk en Gors-Opleeuw. Onderwijzer Gelinden 1857. Huwelijk met dochter graankoopman Gelinden 1863. Vader van priester Oswald. Letterkundige. Kantonnaal inspecteur Maaseik 1873 en hoofdinspecteur 1885 lager onderwijs.
Dochter Alfonsine, onderwijzeres, huwde met drukker J. Van Der Donck Maaseik.
Schrijver . Boek De l’enseignement de la rédaction dans les écoles primaires, spécialement dans les écoles primaires rurales, suivi du plan (2de ed., gedrukt bij Vanwest-Pluymers in 1860), bekroond door het Journal de l”Enseignement primaire et de l’enseignement moyen du second degré 1859. Voorstander Socratische methode. Diploma Londen 1871 en medaille Wenen 1873 voor leerboeken. Stichter opvoedkundig tijdschrift Katholiek Schoolblad 1879, later De Opvoeding. Stichter Schoolbond tegen Alcoolisme 1887. Handboeken anti-alcoholisme, vaak samen met zoon en dokter Albert Robijns.
Schreef tekst Ons vaandel voor lied van vlag alcohol-onthoudersbond, met Belgische kleuren, groene morgenster op wit veld. Andere werken: Nieuwe schrijf-leesmethode. Leesboek voor volksscholen. De kleine zanger. Methodische stijl- en denkleer. Aanleiding tot het vervaardigen van Nederduitsche opstellen. Methode om de Nederduitschen op korten tijd te leeren Fransch lezen. Nederlandsche spraakleer. Elementaire oefeningen in het schoonschrijven. Hand-atlas der Bijbelsche geschiedenis. Rekenkunde der lagere scholen. Woonde later in Hasselt, maar toevallig in Elsene overleden. Neefje Alfred Robyns, hoofdonderwijzer te Neeroeteren was ook auteur van leerboeken. Straatnaam Gelinden. Staatsieportret Stadsmus Hasselt.