Hij las mij uit enen dichter voor ;
maar mijn verstand en oog en oor,
hoe schoon ook lood het jeugdig gedicht,
hield ik, verstrooid, op hem zelve gericht,
bewonderend. - Hoe levendig bont
vloeide 'em gedicht uit oog en uit mond;
hoe lievelijk deze stemme klonk,
en hoe harmonisch die tale zong,
en hoe soms uit dat diepend oog,
de vonklende glanzende genster vloog,
die, met dien zwierigen levenden klem
en het beven en trillen dier zingende stem,
mij zeiden dat deze die tolkende las,
zowel als die dichtte, een dichter was.
Een dichter, een dichter ! 0 dunne gezaaid
zijn deze in wie d'heilige dichtvlamme laait!
Hoe menigmaal soms, wijl ’t gemeen hem bespot
Onderschrift bij deze fotoOf meêlijdend grimlacht en zucht : “Arme zot!”
Hoe menigmaal zoekt, wien de dichtvlam doorwoelt,
Een herte dat even als ’t zijne gevoelt,
Een dichter, omdat hem ’t aleen-wezen pijnt,
- hoe menigmaal zoekt hij – en nergens en vindt!
…
Maastricht 29.06.1574 26.07.1641 Barbara Seegers
Uit een geslacht van grenswachters van de Graven van Loon, in Brustem sinds minstens 1300. Zoon van Koenraad en Barbara Tans. Jonker. Halfheer van Brustem en voogd van Zepperen 1610. Grondbezit in Brustem, Maastricht, Diepenbeek, Bilzen en Vreren, Val, Borgloon en Hasselt. Plaatste gedenksteen voor zijn overgrootvader jonker Bartholomeus (+1500) in kerk Brustem 1617. Zelf begraven in het hoogkoor van de Minderbroederskerk Sint-Truiden. volgens overeenkomst uit 1641. Wapen: in goud twee dwarsbalken van keel met zilveren vrijkwartier beladen met drie zwarte leeuwen.
Grafzerk nu in muur kloosterpand Minderbroedersklooster Sint-Truiden. met identificatie en verwijzing naar het plaatsen van het monument nog tijdens zijn leven uit wantrouwen naar erfgenamen toe.