Een moeder die zwanger was van haar achtste kind, kreeg altijd bezoek van een oud vrouwtje. Omdat het zevende kind dan altijd begon te huilen, ging de moeder naar de bruine paters in Sint-Truiden. Nadat de moeder een heiligdom onder de dorpel had gelegd, kwam het vrouwtje langs de achterdeur binnen. Toen de vader de achterdeur had gesloten, kon de heks het huis niet meer verlaten vooraleer de deur weer werd geopend. Bij haar vertrek voorspelde de heks dat het kind hoedanook zou sterven. Dat gebeurde ook.
me moeder verwachtte huir 8ste kindche in Gelinde; en het 7ste was altêd ziek; en dô kam altêd een oud vrouwke thös; en as ze dô kam, begon da kind te greine; en me moeder ging no de brön pôters in St.-Truie en di gaven huir nen hêligendom; en ze lei het onder den derpel en de vrouwkon nemie binne; mo ze kam langs achter binne; en me vôder sluit de duir; en ze kon nemie böte tot as me vôder de duir trug oupe dui; dan ging ze böte en ze zei da we mochte doen wa we wilde, da het kendche toch zou sterve; en wa lôter is het gestörve; Bongeritche, heite d’heks.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Gelinden
Maastricht 29.06.1574 26.07.1641 Barbara Seegers
Uit een geslacht van grenswachters van de Graven van Loon, in Brustem sinds minstens 1300. Zoon van Koenraad en Barbara Tans. Jonker. Halfheer van Brustem en voogd van Zepperen 1610. Grondbezit in Brustem, Maastricht, Diepenbeek, Bilzen en Vreren, Val, Borgloon en Hasselt. Plaatste gedenksteen voor zijn overgrootvader jonker Bartholomeus (+1500) in kerk Brustem 1617. Zelf begraven in het hoogkoor van de Minderbroederskerk Sint-Truiden. volgens overeenkomst uit 1641. Wapen: in goud twee dwarsbalken van keel met zilveren vrijkwartier beladen met drie zwarte leeuwen.
Grafzerk nu in muur kloosterpand Minderbroedersklooster Sint-Truiden. met identificatie en verwijzing naar het plaatsen van het monument nog tijdens zijn leven uit wantrouwen naar erfgenamen toe.