Ongekende plaaggeest

Ongekende plaaggeest

In een huis in de Lindesteeg in Gelinden hoorde men altijd een vreemd geklop. Tussen middernacht en één uur hoorde men er muziek. Op een nacht deed het spook een kindje stikken. Toen men de oven openbrak, vond men daar een hoop geld. Daarna is een pastoor uit Zonhoven het huis komen overlezen.

in ooz hös klopten het elken dag; en ’s ôves tusse 12 en 1 ging er allerlei muziek; en me zuster hâ e kend en ene nacht wêd het versmacht; en da trugkam, da kam altêd no da geld; want toen hebbe ze den ouven oupegebrouken en dô hebbe ze nen oep geld gevoenge; en da was 45 in de Lindestôg; en toen hei de pastoer Mars van Zonhouve het ouverleze.

Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Gelinden

ONTDEKKING VAN DE DAG

De Alvermannekes

De Alvermannekes

Te Engelmanshoven  heeft mijn mam de pijp gezien waar de alvermannekens uitkwamen. Die hadden in de grond kasten en tafels van aarde. En als ge moest wassen of bakken, dan moest ge maar een goeie koek gereed leggen en zeggen:

'Ik wou dat de alvermannekens kwamen bakken',

dan kwamen ze uw werk doen. '

Ik heb eens horen vertellen van een vrouw die zonder 'maagd' zat en die wenste dat de alvermannekens kwamen.

'Ik zal een teil rijstpap voor hen maken' zei ze.


Maar toen kwamen ze daar altijd en ze waren daar zo thuis dat ze in de keuken kwamen. En toen daar een nieuwe 'maagd' was, vielen ze die altijd lastig en die was kwaad. Toen zei de vrouw dat tegen een overste van de alvermannekens.

'Weet ge wat ge doet, zei die, het is een 'mottig' middel, als ze nog eens komen, dan geeft ge haar een snee brood en dan moet ze gaan zitten en kuimen of ze moet pissen en kakken.'

Met acht man kwamen ze binnen en toen deed die dat en toen ze dat zagen, riepen ze allemaal gelijk:

'Haaaa, foei, eten, bijten, schijten, zijken gelijk, haaaa, foei!' 

en toen liepen ze weg, terwijl ze hun neus toehielden en ze zijn niet meer teruggekomen.

Opgetekend door F. Beckers in 1948

 Bron: volksverhalenbank.be