Een man die met twee vrienden ging wandelen, zei "Gaan jullie maar verder, ik kom wel". Omdat de man met de duivel omging, kon hij zich in een spook veranderen, waardoor hij zijn vrienden ongemerkt kon voorbijlopen.
menen onkel ging no ’t dörp mê 2 kamerôde; en iene zei "Gôt mor duir"; en ze ginge duir ne binneweg; en ze zaggen altêd percies iemand vuir hun duir gôn; as ze vedder kôme, stond den andere vuir hun. "Wô zedde gê dan duirgegôn?", zeide ze. "Hedde mich ni gezien? ich ben toch langs oech gekoume", zeit er; da was zoe iene dee zich in spouk kon verandere en mê den duvel dui.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Gelinden
Hasselt, 21.12.1872 Marie Nelissen Mere, 13.1.1956
Zoon van Hasseltse fotograaf Henri Blanckart (Rolduc 1833 – Hasselt 1894), leerling bij Plumier in Brussel en Sallas in Charleroi, en Elisabeth Hubertina Hubar uit Sint-Truiden. Huwde Alkense. Bijhuis in Antwerpen Carnotstraat.
Fotograaf . Vestigde zich in Sint-Truiden en verhuisde in 1909 van de Brustemstraat naar het oud huis drukker Vanwest-Dubois in de Tiensestraat. Uitgever van prentbriefkaarten. Fotografie aan huis voor zieken en overledenen. Kunstschilder. Fotomaterialen voor amateurs. Inkadering. Broer van Hasseltse fotograaf Auguste (1878-1952) met bijhuizen in Sint-Truiden en Tongeren. Hubert was vader van fotograaf Henri (°Sint-Truiden 1908). Verhuisde met echtgenote naar Anderlecht 1936 . Fotozaak overgenomen in 1952 door Elly Robyns-Bögemann (1916-2005).