Een meid die op een hoeve in Klein-Gelmen werkte, kwam 's avonds terug van een bezoek aan haar ouders in Groot-Gelmen. Toen de meid in een holle weg een weerwolf zag zitten, sloeg ze het beest met een stok. Toen men de volgende dag het lichaam van de dode knecht vond, werd de meid haast gek van verdriet de knecht was namelijk haar vriend.
in Klein-Gelmen woonde ne knecht in een hoeve; de meid van dezelfde hoeve ging vaak naar haar ouders te Groot-Gelmen; eens dat ze ’s avonds laat thuiskwam, moest ze langs nen holle weg; en daar zag ze ne weerwolf zitten; en ze had altijd ne wandelstok bij haar en ze sloeg er de weerwolf mee; en later vonden ze daar de knecht dood; en de meid werd bijna zot want ze verkeerde met die jongen.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Gelinden
Sint-Truiden 20.08.1845 – Sint-Truiden 11.02.1914 , ongehuwd