X was een stroper. Op een nacht lag hij tegen een boomstronk te wachten tot er een haas voorbij zou komen. Na een tijdje kwam er een haas aangelopen, maar X durfde niet te schieten, want het dier werd steeds groter en groter. De haas ging op zijn achterpoten zitten en vroeg "Zijn de andere hazen al voorbij gekomen?" Daarna stak het dier zijn poten in zijn muil en floot net zoals een mens op zijn vingers fluit. X was zo geschrokken dat hij als een bezetene naar huis liep.
De ouwe Tjoën V. was een 'loerjager'. Op een nacht lag hij tegen een 'tjoenk' op een haas te letten die hij daar gezien had. Op de duur kwam daar ene af maar die werd zo groot dat hij niet dorst schieten en hij wachtte. Toen ging de haas op zijn achterste poten staan en hij zei 'Zijn de anderen al door?' en toen stak hij zijn poten in zijn muil en hij 'fluitte' juist gelijk een mens op zijn vingers fluit. 'Toen was ik godverdorie gauw thuis' zei Tjoën.
Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Gorsem
Sint-Truiden 12.07.1895 Oostende 25.05.1986 Godelieve Priem
Zoon van Jean-Baptiste, boekbinder en papierhandelaar met speelgoedwinkel en uitleenbibliotheek ‘In den Wereldbol’ Ridderstraat. Moeder Marie Agnes Rosalie Timmermans. Broer van Alfons, pastoor o.a. te Niel-bij-As.
Leerling College en student ingenieur Leuven. Memoires over eerste dagen WO I in Sint-Truiden. Secretaris Groeningerwacht Sint-Truiden en ondertekenaar activistisch pamflet WO I. Na legerdienst doctor in fysica en wiskunde Leuven. Leraar athenea Hasselt 1924, Antwerpen, Brugge 1925. Directeur avondonderwijs Handels- en nijverheidsschool Brugge 1931. Internering na WO II, nadien werkzaam bij Leen- en Hypotheekmaatschappij. Ongepubliceerd onderzoek over Azteekse kalender. Guldenboomstraat Brugge.