Een man ging naar een plaats waarvan hij wist dat er regelmatig een wit paardje kwam. Hij ging dan op het paardje zitten en zei "Hoepel, kapoepel, over heggen en hagen tot in de wijnkelder in Keulen". Op een dag vertelde hij zijn verhaal over het witte paardje aan een vriend. Die vriend zei "Ik zou ook wel een keer willen meegaan om daar eens lekker te drinken!", waarop de man hem voorstelde "Het paardje komt op de Osseweg in het Zwartaardebos. Als je wil, kom je er ook maar eens naartoe." Reeds de volgende avond ging de man naar de plaats die hem was gezegd, en hij zag daar het witte paardje al aankomen. Hoewel zijn vriend er nog niet was, sprong hij op de rug van het dier en zei "Hoepel, kapoepel, door heggen en hagen tot in de wijnkelder in Keulen". Toen de man aankwam, was hij helemaal bebloed omdat hij onderweg verschrikkelijk was toegetakeld. Het witte paardje was ongedeerd. De man had zijn lesje wel geleerd toen hij wilde terugkomen, zorgde hij ervoor dat hij de juiste woorden uitsprak!
De oude Kwinten zaliger vertelde eens dat hij ene gekend had die wist waar een wit paardje kwam en daar ging hij op zitten en dan zei hij 'Hoepel, kapoepel, over heggen en hagen tot Keulen in de wijnkelder' en dat vertelde hij tegen een kameraad en die zei 'Ik zou ook wel eens willen meegaan me daar goed zat zuipen.' - 'Ik zal u zeggen waar het komt, daar komt ge dan ook maar eens, het is op de Osseweg in het Zwartaardebos.' De eerste avond ging die daar al heen maar de andere was er niet en toen hij het wit paardje zag, kon hij niet meer wachten. Hij sprong erop en zei 'Hoepel, kapoepel, door heggen en hagen tot Keulen in de wijnkelder'. Hij had zo niet op de woorden gelet en hij kwam heel verhakkeld daar aan, maar 't wit paardje had niets. Of hij toen nog 'goesting' had in de wijn, weet ik niet, maar toen hij terugkwam was hij geleerd en hij paste beter op zijn woorden.
Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Gorsem
Geschiedenis
Zepperen is met Velm één van de oudste kerkdorpen van Sint-Truiden. De Latijnse naam ‘Septimburias’ of zeven hutten staat neergeschreven in het levensverhaal van de heilige Trudo, de stichter van Sint-Truiden. Die kwam naar verluidt rond 650 in Zepperen raad vragen aan bisschop Sint-Remaclus. Trudo kwam er ook vaak 's nachts bidden in het bedehuis toegewijd aan Genoveva van Parijs. Goed om weten: Zepperen was tot aan de Franse revolutie einde 18de eeuw een bank of dorp van het Sint-Servaaskapittel van Maastricht. Kanunniken zwaaiden er dus de plak en lieten er een eigen graanmolen draaien. Pas in de 19de eeuw kreeg Zepperen een echte kasteelheer, lid van de bekende streekadel de Pitteurs-Hiegaerts.
Geografie
Zepperen ligt in het noordoosten van Sint-Truiden bij de laagte van de Melsterbeek en telt 888 hectaren. De aansluitende enclave Terstok hoorde tot voor 1970 bij Brustem. Een ondoordringbare kleilaag zorgde voor een waterrijke bodem, vandaar de benaming VochtigHaspengouw voor dit overgangsgebied tussen Haspengouw en Kempen. Zepperen telt nogal wat bronnen. De meest bezoekbare ligt in het gehucht d'Oye en de Drie Bornekes vind je op de Honsberg bij het Sint-Jozefskapelletje. Vanop de Honsberg, aan de oude spoorwegzate Tienen-Tongeren, heb je een mooi zicht op de kerk en de laaggelegen beemden van d'Oye.
Begaarden
Tegenover de school, over de Melsterbeek, ligt de vroegere Begaardenwinning met een woonhuis uit 1665. De familie de Pitteurs bouwde deze hoeve om tot kasteeltje rond 1900. De stokerij-zagerij, die baron Felix in dit eertijds bosrijke gebied oprichtte, is nu een woonhuis met trapgevels bij de ringgracht.
Vakwerk
In Zepperen vind je nog heel wat vakwerkgebouwen. Rond 1830 waren bi na alle huizen hier in hout en leem. Een reeks gebinten werd tot een geraamte van balken in elkaar gepast. De leemplakker vulde de open vakken van de wanden met vlechtwerk en bestreek ze met stro-leem. De mensen van toen konden de materialen bij wijze van spreken uit de bouwgrond zelf winnen.
Vierkantshoeven
De grotere oude boerderijen zijn nog altijd in een vierkant geschikt. Zo heeft men van uit het boerenhuis zicht op alle bijgebouwen en is het erf altijd gesloten. We noemen hier de Coemanswinning (16de eeuw) aan de Driesstraat-Melsterbeek en de Ouwerxwinning (17de18de eeuw) bij de kerk. Bij de Ouwerxwinning moet je zeker het sierlijke torentje boven de duiventil gaan bekijken. Alleen eigenaars die een behoorlijk aantal bunders grond bewerkten mochten duiven houden, want die vogels richtten schade aan de gewassen aan. De stijI van het torentje en de bijhorende stallingen uit 1665 noemt men Maasrenaissance. Typisch zijn de speklagen in gele mergelsteen tussen de baksteen en de kruisvensters. Vergelijk met de Begaardenhoeve ! Het woonhuis van de Ouwerxwinning, net zoals de pastorie uit 1779, is gebouwd in Luiks classicisme met veel blauwe steen rond vensters en deuren.
Aan de wegenkruising De Poel ligt het vroegere goed van stoker- burgemeester Bellefroid. De oude boerderij, het herenhuis uit 1871 en de hoeve Vanvuchelen uit 1916 maakten er deel van uit. Die laatste is sinds 1994 omgebouwd tot Karmelietenklooster.
Sint-Genovevakerk
De volksdevotie tot de Drie Gezusters bracht in de loop van de eeuwen veel bedevaarders, vooral Walen, naar de parisienne Sint-Genoveva in Zepperen. Midden in het veld bezochten ze de kapel met put, toegewijd aan Sinte Vijve of Genoveva. Met de giften en de steun van het Sint-Servaaskapittel werd ook een mooie kerk gebouwd. Van de Romaanse kerk blijft alleen nog de toren over. De ingang en het sierlijke traptorentje moet je even wegdenken, want dat zijn toevoegingen van rond 1900. In de 15de eeuw, een bloeitijd in onze Nederlanden, werd een nieuw kerkschip gebouwd in de toen populaire gotiek. De heropbouw in spitsbogen begon met het koor. Omdat de bouwijver waarschijnlijk verslapte en de toren onder verantwoordelijkheid van de gemeente viel, behield men de oude toren. Heel wat details van het gebouw zijn bij de grote restauraties rond 1860 en 1900 vernieuwd. Zo reconstrueerde de architect de luchtbogen boven de zijbeuken. Een nieuwe sacristie en doopkapel werden aangebouwd. Naast de toren ligt de platte grafzerk van de families d'Astier, Loyaerts en de Pitteurs-Hiegaerts. Binnen vallen vooral de muurschilderingen in de zuidelijke dwarsbeuk op. Ze dateren van 1509. Een breed uitgesmeerd Laatste Oordeel toont rechts de verschrikkingen van de Hellemuil. Centraal weegt aartsengel Michael de zielen, maar een duiveltje speelt vals. Het plafond draagt lover- en bloemenversiering waartussen de kerkvaders en de symbolen van de vier evangelisten prijken. Sint-Christoffel, patroon van de bedevaarders, waadt door een stroom met Christus op zijn schouders en enkele verstekelingen in zijn gordeltas. Het middeleeuwse stripverhaal met het leven van de patrones Sint-Genoveva van Parijs in elf prentjes is een unieke schildering. Onthou dat je deze heilige kunt herkennen aan een onafscheidelijke duivel met blaasbalg en aan een engeltje aan haar zode. De duivel probeert de kaars te doven waarmee Genoveva haar boek leest.
Binnen de beveiligde ruimte in dezelfde dwarsbeuk kan je de 16de-eeuwse retabelluiken rond een recent gebeeldhouwd middendeel bewonderen. Let ook op de Moeder Gods uit dezelfde tijd, die het verkleinde lichaam van haar gemartelde zoon draagt. De glasramen zijn niet meer de originele gotische. Ze dateren pas uit de jaren 1902 en 1922 maar beelden wel taferelen of uit het leven van Trudo en Genoveva. Grote 17de eeuwse schilderijen zijn het drieluik met het leven van de heilige Catharine van Alexandria en het doek met het Laatste Avondmaal door de Luikse schilder Walschartz. Voor de kruisweg trok het kerkbestuur in 1883 de Tongerse schilder Constant Claes aan, bekend van zijn portretten van Limburgse bekende figuren.
Kerkplein
Kijk even rond op het Sint-Genovevaplein: door de kerkhofpoort uit 1765 zie je de kapelanie uit 1907. Naast de pastorie uit 1779 staat het huis van het bekende 'Koemeesterke' of wonderdokter uit 1904. De oude lemen herberg De Drie Koningen heet nu Taverne Haspengouw, een paradijsje voor bierkenners.
Van de oude zustersschool blijft nog een oud zijgebouwtje over naast de moderne school uit de jaren zestig. Aan de overkant kan je iets drinken in het oude dorpscafé 't Dorp, langs het huis van kolenhandelaar en varkenskoopman Nijs uit 1891. De vroegere onderwijzerswoning uit 1866 met klassenvleugel, nu parochiezaal, vind je tussen het plein en de Ouwerxwinning.
Wijken
Kenmerkend voor Zepperen zijn de vele gehuchten. De kerk met plein ligt in de zuidwestelijke hoek. Verder zijn er nog de wijken Dries, Dorp, d'Oye, Gippershoven, Tereyken, Roosbeek, Dekken en d'Eygen. Vroeger had elk gehucht zijn eigen kermis, zodat heel het dorp wel twee maanden kon feesten.
Zepperen is nu een woongemeente met uitdeinende verkavelingen en lintbebouwing. Vooral in de nieuwe wijk Het Dekken, eertijds een grote, minder vruchtbare gemeenteweide, komen de gezinswoningen als paddenstoelen uit de grond. De vele laagstamplantages worden bewerkt door fruittelers. De plaats van de grote graanschuren is nu ingenomen door fruitfrigo's en loodsen met kisten.
Ga hier verder...