In Halmaal al woonde een heks. Wanneer men voorbij haar huis wandelde, viel er altijd iets stuk. Na de dood van de heks geloofde men dat de dochter de kunsten van haar moeder had overgenomen.
ê was een heks; en as men vuir huir duir vuirbêkam, viel er it kapot; en nâ nog môke de minsen e krös as ze dô vuirbêgôn; di vrâ is nâ doeud; mo ze zegge da huir dochter da kan hebbe nâ.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Halmaal
Sint-Truiden 11.05.1145
Jong ingetreden als monnik. Cellarius en cantor 1108, proost 1112. Ondanks protest van graaf van Duras tot abt gewijd in Fosse 1138. Restaureerde verder de abdij na Rodulfus o.a. slaapzaal, kapittelzaal en infirmerie. Was in conflict met Arnold van Diest en maakte bezetting mee door Godfried van Brabant in 1140 en 1142. Ontving talrijke schenkingen van lokale burgerij, maar onderging brouwersopstand in 1143-1144. Liet goed in Hakendover na. Begraven in midden abdijkerk 1145.