Abdij - gedicht

Abdij

Ik ben Abdij, ik sta
ik blijf, de tijd een
passant aan mij.

Huis van gebed
en geschrift, van
naarstig en van stil
geschuifel

Offergangers komen voorbij,
pelgrims polijsten mijn
dijen, scholieren schallen
in mij hun lust, hun leed.

Ik ben Abdij.

Lenteregens geselen mijn gevels,
avondzon zalft mijn muren
een beek wast mijn voeten oud,
steeds weer, steeds beter.

Ik ben Abdij, in verzamel
stof en verleden, alles gaat
voorbij, niet zo mijn heden.

Herman ROHAERT, in Abdij Sint-Truiden. Een wandeling, Sint-Truiden: Abdij, Stad en Regio vzw, 2008, p. 22. Herman Rohaert (Ninove 1958). Germanist en leraar KCSint-Truiden. Dichter, criticus en redacteur. Fruitgedichten o.m. Rooddood permanent tentoongesteld op domein Speelhof. Europese kring van meertalige en dialectversies van gedicht. Initiatiefnemer dichtbundels open monumentendagen Sint-Truiden. Poëzie op brandweerauto’s.
De Sint-Trudoabdij bouwde een uitgestrekt domein uit, van …. Tot …... Ze deelde de heerschappij over Sint-Truiden met de Luikse prinsbisschop. In de Franse tijd werd de abdij opgedoekt maar via het Klein-Seminarie bleef Sint-Truiden tussen 1850 en 1950 een centrum van geestelijk en cultureel leven.

Foto: Herman Rohaert

ONTDEKKING VAN DE DAG

Govaerts, Trudo, kunstenaar

Sint-Truiden 08.04.1905 Sint-Truiden 05.02.1992 .

Zoon van Jozef en Josephine Reynders.  

Broeders Christelijke Scholen. Klein Seminarie. Priester 1931. Avondacademie Sint-Truiden. leerling Tysmans en impressionistisch kunstschilder . Diverse tentoonstellingen met opbrengst voor goed doel. Portretten en landschappen uit Kempen en Ardennen. Boekillustratie Hendrik Prijs Nistelken, 1932. Leraar  tekenen en Nederlands bisschoppelijk college en lyceum Stavelot o.a. tijdens Ardennenoffensief 1944. Schenker van scharenslijpershuis ‘De Zoutkist’ op Tiensevest  aan Koninklijke Kunstkring 1939. Reizen o.a. Congo 1969.

Schoonbroer van dokter Victor Van Mechelen en oom van priester Jo Van Mechelen, directeur college Peer. 

Lit.: In Memoriam Emiel Govaerts, Sint-Truiden. Weduwe De Geneffe-Wijnants, 1934, p. 487; HBVL, 16.01.1939; VAN MECHELEN, p. M9-M14.