Een man die in de kasteelhoeve woonde, was in Hoepertingen naar de kermis geweest. Toen hij thuiskwam, ging hij naar de keuken om nog wat te eten. Toen hij in de keuken kwam, zag hij echter een witte juffrouw die tegen de schoorsteen leunde. De man ging verschrikt naar boven in de hoop dat de juffrouw hem niet zou volgen. Toen hij zijn slaapkamer binnenkwam, hoorde hij een luide slag alsof het hele huis instortte. De volgende dag was er niets vreemds te bespeuren. De baron van het kasteel beweerde ook dat er vaak witte juffrouwen verschenen. Dat gebeurde omdat iemand zich het kasteel ooit onrechtmatig had toegeëigend.
Pa zaliger woonde op de 'winning' van het kasteel en als die mannen van een kermis kwamen, dan was het laat en dan hadden ze honger. Zo kwam hij eens van Hoepertingen-kermis en toen hij in de keuken kwam, stond daar tegen de schouw geleund een witte juffrouw. Hij was zo verschrikt dat hij geen woord kon zeggen en dat hij geen brokske dorst eten en hij ging recht boven op met zijn gezicht omlaag, dat ze hem niet kon nakomen.Boven op de trap trok hij rap zijn botten uit en toen hij juist in zijn kamer wou springen, toen ging daar een slag af of het daar inviel. En 's anderendaags was daar niets te zien. Hij heeft me dat dikwijls verteld. Mijnheer de baron, de oude, wou ook hebben dat daar witte juffrouwen kwamen en dat was, omdat het kasteel zwart goed geweest was.
Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Ordingen
Sint-Truiden 20.08.1845 – Sint-Truiden 11.02.1914 , ongehuwd