Bij een boer in Zepperen gebeurden vreemde dingen in de stal. Het gebeurde meermaals dat de dieren 's ochtends met de ketenen ineengestrengeld stonden, of dat hun staarten aan elkaar waren gebonden. Soms waren de dieren zonder aanleiding helemaal bezweet. Ten einde raad liet de boer een zekere X komen om de problemen op te lossen. Alle bewoners van de boerderij moesten gaan slapen, behalve de boer, want die moest X vergezellen naar de stal. X legde een groot vuur aan en begon te lezen in een boek. Plotseling klopte er iemand op de deur van de stal. De boer wilde opendoen, maar X verbood het hem. Toen er voor de derde maal geklopt werd, mocht de boer wel opendoen. De heks kwam binnen en ze wreef in haar handen "Wat is het toch koud, meester!" X stond niet toe dat ze haar handen warmde bij het vuur en hij beval "Nu ga je al het kwaad dat je hier hebt aangericht, ongedaan maken, of anders laat ik u levend verbranden!" De heks was blij dat haar leven gespaard bleef en deed wat er gevraagd werd. Sindsdien gebeurden er geen vreemde dingen meer in de stal.
In Zepperen heb ik eens horen zeggen dat bij een boer de beesten 's morgens allemaal met de 'ketels' overeen stonden en dan waren de staarten weer aaneengebonden en dan stonden ze weer nat van 't zweet. Toen hadden ze de meester, de oude Koe-Jan doen roepen, dat was een slimme, en die kwam op een avond en hij deed ze allemaal slapen gaan, alleen de jongen die hem geroepen had moest bij hem blijven. Toen lei hij een groot vuur aan en toen begon hij te lezen in een boek en toen klopte daar iets. De jongen wou opendoen. 'Neen, dat niet', zei Koe-Jan en hij 'leesde' maar door. Toen klopte het weer en de jongen mocht nog niet opendoen, en toen het de derde keer klopte zei hij 'Doet nu maar open.' En toen kwam de heks daar binnen en ze wreef in haar handen 'Wat is 't koud, meester' zei ze. Maar Koe-Jan liet haar haar handen niet warmen en hij zei 'Nu gaat ge hier alles goed doen, wat ge hier aangedaan hebt, of ik doe u 'leeftig' verbranden.' Toen was ze blij dat ze dat kon doen en daarna maakte ze dat ze weg was.
Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Runkelen
Mielen boven Aalst 10.10.1836 Elsene 31.07.1903 Virginie Ghijsens
Zoon van Willem en Maria Josepha Bormans.
Lessen Latijn bij pastoor Theunissen in Aalst. Ll. Normaalschool 1851-1854, grootste onderscheiding. Onderwijzer college Asse, pensionaat Snyders Brussel, instituut Saint-Martin Brussel, Opwijk en Gors-Opleeuw. Onderwijzer Gelinden 1857. Huwelijk met dochter graankoopman Gelinden 1863. Vader van priester Oswald. Letterkundige. Kantonnaal inspecteur Maaseik 1873 en hoofdinspecteur 1885 lager onderwijs.
Dochter Alfonsine, onderwijzeres, huwde met drukker J. Van Der Donck Maaseik.
Schrijver . Boek De l’enseignement de la rédaction dans les écoles primaires, spécialement dans les écoles primaires rurales, suivi du plan (2de ed., gedrukt bij Vanwest-Pluymers in 1860), bekroond door het Journal de l”Enseignement primaire et de l’enseignement moyen du second degré 1859. Voorstander Socratische methode. Diploma Londen 1871 en medaille Wenen 1873 voor leerboeken. Stichter opvoedkundig tijdschrift Katholiek Schoolblad 1879, later De Opvoeding. Stichter Schoolbond tegen Alcoolisme 1887. Handboeken anti-alcoholisme, vaak samen met zoon en dokter Albert Robijns.
Schreef tekst Ons vaandel voor lied van vlag alcohol-onthoudersbond, met Belgische kleuren, groene morgenster op wit veld. Andere werken: Nieuwe schrijf-leesmethode. Leesboek voor volksscholen. De kleine zanger. Methodische stijl- en denkleer. Aanleiding tot het vervaardigen van Nederduitsche opstellen. Methode om de Nederduitschen op korten tijd te leeren Fransch lezen. Nederlandsche spraakleer. Elementaire oefeningen in het schoonschrijven. Hand-atlas der Bijbelsche geschiedenis. Rekenkunde der lagere scholen. Woonde later in Hasselt, maar toevallig in Elsene overleden. Neefje Alfred Robyns, hoofdonderwijzer te Neeroeteren was ook auteur van leerboeken. Straatnaam Gelinden. Staatsieportret Stadsmus Hasselt.