X van Metsteren had een behekst kind. X ging naar de pastoor, die hem vroeg wie hij verdacht van de hekserij. X wilde niets zeggen, maar de pastoor raadde "Ik weet het wel, het is Y", waarop X bevestigend knikte. De pastoor heeft het kind overlezen terwijl het zweet hem van het gezicht drupte. Sinds de pastoors het Sint-Jansevangelie lazen, zaten de heksen in de kerk met een bijenkorf op hun hoofd. Maar alleen de pastoors konden die bijenkorf zien.
Harie X. van Metsteren had een kind en dat was behekst. Hij ging naar de pastoor en die vroeg op wie hij presumeerde. 'Dat zeg ik niet' zei Harie. - 'Zeg het toch maar' - 'Neen, neen', en toen zei de pastoor zelf 'Ik weet het wel, op Bet P. - 'Ge weet het toch ook' zei Harie. Toen heeft de pastoor dat kind overlezen, maar op drie minuten liep het zweet zo langs hem af. Nu zijn er geen heksen meer omdat de pastoors nu altijd het Evangelie van Sint-Jan lezen, dan zitten de heksen daar in de kerk met hun kop naar achter en dan hebben ze een biekorf op hun kop staan, maar alleen de pastoor ziet dat. Dat heb ik horen vertellen van ene die dat nog meegemaakt had.
Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Runkelen
Sint-Truiden 30.03.1922 Sint-Truiden, 30.06.2001
Zoon van mijnwerker Frederik en Augustine Vanbrabant , Gasthuisstraat. Adjudant in leger en caféhouder . Voetballer centervoor en topschutter. Rode Duivel in de nationale ploeg 21 november 1947 en 15 jaar speler nationale militaire ploeg. 21 jaar in eerste elftal STVV. Vernuftig spelverdeler. Hielp als 37-jarige STVV naar eerste 1957, maar verkoos geen semi-prof te worden. Koosnaam ‘Kogelke ’ van La Dernière Heure omwille van zijn hard, gericht schot. Tweevoetig topscoorder en snelle spurter. Later speler-trainer SC Hoegaarden in provinciale afdeling.