Mensen die ongeluk hadden met de dieren in hun stal, gingen naar de zusters Clarissen. Toen de mensen een heiligdom in de stal hadden gehangen, kon de heks niet meer verder.
en w’hadde dek ongelukken in de stal; en we ginge no de Clarisse; en ’t zusterke zei "Da kunne z’oech on d’hând doen"; en ze gaf oos nen hêligendom en we hingen het on de stal en dan kon de vrouwmes nemie vedder gôn.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Runkelen
Sint-Truiden 29.10.1848 – Gent 08.12.1905
Zoon van graanhandelaar Arnold en Marie Clementine Vandereycken. Broer van minderbroeder ‘Hiëronymus’.
Minderbroeder Tielt 1868, priester 1874. Gardiaan Sint-Truiden 1877-1878. Vicaris Rekem 1880-1883, Gent 1886-1892. Gardiaan Antwerpen 1895-1896. Vicaris Gent 1902-1905. Daar overleden bloedopdrang. Artikels in Le messager de Saint-François en De bode van den H. Franciscus van Assisië. Devotieboekjes o.a. over de H. Antonius van Padua, handboekje voor dienstmeiden en enkele historische werkjes o.a. over Grauwzusters. Bijnaam ‘de Paus’ binnen familie.