Een boer wiens dieren altijd verward in hun kettingen in de stal lagen, liet een geestelijke komen. Toen er een vrouw in de stal binnenkwam, dwong de geestelijke haar om het kwaad dat ze had aangericht weer ongedaan te maken. Anders zou men haar levend verbranden. Even later stonden de dieren weer recht.
dô was ene stal wô ’t er ongelukke gebuirde; en al de bieste lôgen in hun kettings verwêd; en dan kam e vruimes binne; en dô was ene giestelijke; en dee zei da ze moes trug doen wa ze slecht gedôn hâ, of da z’huir levend ginge verbrân; en dan dui ze da, en al de bieste stonde wir goed op.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Runkelen
Paul Festraerts (°1921) was een ras-ondernemer die in de vleeshandel en bioscoopuitbating zijn ding deed. Met filmvertoning was hij al tijdens zijn legerdienst in contact gekomen. Hij richtte in de Rijschoolstraat de cinemazaal Roxy op. Hier de carnavalgroep Roxy met de 'tijgerkooi' op straat voor het pand in 1957. Zoon Rudi (+2019) zal later als reporter, leraar en lokaal politicus ook het carnaval enige intellectuele en promotionele onderbouw bieden. De naam 'Roxy' blijft als theater verder leven.
Op de foto van links naar rechts: "bompa" Vanmechelen in kostuum, Rudi Festraerts en Paul Biets als wildedierenvangers in tropische outfit, diverse jongemannen en hondje met panterprint die tijgers moeten voorstellen, Toine "de lange" als Indische prins en tijgertemmer, Jef "de Pres" Vanwelkenhuysen en Paul Festraerts in kostuum. Voor de foto zijn de tijgers even uit de kooi...