Zakdoek-motief

Zakdoek-motief

Een moeder was met haar zoon naar de kermis geweest. Op de terugweg moest de zoon even een boodschap doen. Ondertussen zag de moeder een weerwolf aankomen en gooide haar rode zakdoek naar het beest. Toen haar zoon terugkwam, zag de moeder dat hij de vezels van de zakdoek nog tussen zijn tanden had.

dô was een vrouw; en di was mêd huire zoun no de kermis geweest; en hem moes z’n broek afdoen; en dô kam ne groeuten hond af; en ze smeit huire roeie tasdoek en den hond verschuirden hem; en as huire zoun trukkam, zag ze de veizels tusse z’n tân hange.

Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Runkelen