Het vel van een weerwolf verbranden

Het vel van een weerwolf verbranden

Op een hoeve werkte een knecht die 's nachts als schaap rondliep. Het schaap maakte het vee los en sprong zowel mensen als dieren op de rug. De boer en de boerin vermoedden al een hele tijd dat er iets mis was met de jongen. Hun vermoeden werd bevestigd toen ze in de schuur zijn vel vonden. Toen ze het vel in de oven hadden gegooid, stond de jongen plots naast hen. De jongen werd door zeven mannen vastgehouden opdat hij zijn vel niet opnieuw zou te pakken krijgen. Toen het vel was opgebrand, sprak de knecht "Laat me nu maar los; ik ben het kwijt. Nu ben ik gelukkig."

Mam haar mam werkte in een 'winning' en daar was een knecht die 's nachts als een schaap rondliep en die deed dan van alle kwaad. Die liet de beesten los en dan sprong hij erop en ook op de mensen sprong hij. Maar ze waren gewaar geworden wie dat was en ze hadden hem afgelet en toen zagen ze dat hij zijn vel in een krib stak. Toen deden ze hem werken gaan op het land dat het wijdst lag en toen staken ze het vel in de oven. Maar 't vuur was er nog niet aan of hij stond daar al nevens hen, maar ze 'hoden' de oven toe voor zijn neus en toen moesten ze hem met zeven man vasthouden of hij sprong erin en toen deed hij lelijk. En toen het vel opgebrand was, zei hij 'Laat me nu maar los, nu ben ik ervan af, nu ben ik gelukkig.'

Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Zepperen

ONTDEKKING VAN DE DAG

Goyens, "Maternus" Guillaume Modest, minderbroeder

Sint-Truiden 29.10.1848 Gent 08.12.1905 

Zoon van graanhandelaar Arnold en Marie Clementine Vandereycken. Broer van minderbroeder ‘Hiëronymus’. 

Minderbroeder Tielt 1868, priester  1874. Gardiaan Sint-Truiden 1877-1878. Vicaris Rekem 1880-1883, Gent 1886-1892. Gardiaan Antwerpen 1895-1896. Vicaris Gent 1902-1905. Daar overleden bloedopdrang. Artikels in Le messager de Saint-François en De bode van den H. Franciscus van Assisië. Devotieboekjes o.a. over de H. Antonius van Padua, handboekje voor dienstmeiden en enkele historische werkjes o.a. over Grauwzusters. Bijnaam ‘de Paus’ binnen familie.

Publ.: De deugdzame dienstmeid in hare plichten onderwezen, Mechelen: Sint-Franciscusdrukkerij, 1901.
Lit.: Le Messager de Saint-François d’Assise, 31, 1905, p. 256-257; BERLO, p. 363, 369, 467 en 473; VAN MECHELEN, p. C15; JORISSEN; Lucianus CEYSSENS, Jeroom Goyens, onze eerste provincie-archivaris (1864-1942), in Franciscana, 50, 1995, p. 7.