In het kussen van een behekst kind vond men een krans van veren, een paternoster en twee kralen en een been met twee veren.
ik zal oech ne kie vertelle wa ik gezien heb; ze zeide "dô is hekserê"; ik ging es kêke; dô schoenke ze hêmelijk e glas bier; op een benk stond zoe e kaske; dô lag ne krön van plömkes in, ene pôternoster en 2 krekskes; dô was nog e bien mê 2 plömkes. "Da stond in het kind ze kusse", zei de vrouw.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Zepperen
Sint-Truiden 26.07.1871 Louis Woot de Trixhe
Dochter van burgemeester-vrederechter Clément en Marie Marguérite Florence Macors . Rentenierster, echtgenote sinds 1892 van Louis Charles Adolphe Woot de Trixhe (Les Walleffes 1860 - Dinant 1900), rechter rechtbank eerste aanleg Dinant. Minderbroedersstraat. Raadslid van het werk van de Dames de la Miséricorde, in de volksmond ‘Dames van de Floere Vod ’, een liefdadige vrouwenclub. Voorzitster van de Kantschool der Ursulinen. Verantwoordelijke voor de afdeling Maatschappelijke Werken van Sint-Truiden op de provinciale expo in 1907.