Heksenmeesters kennen middelen om hekserij te verwijderen

Heksenmeesters kennen middelen om hekserij te verwijderen

Een zieke man ging 's nachts zo wild tekeer dat men hem niet in het bed kon houden. De familieleden van de man kregen de raad om X die in het ziekenhuis werkte, te laten komen. X kwam naar de zieke met een koord waaraan een sleutel hing. Wanneer hij de koord boven de zieke man hield, begon de sleutel te draaien. X leidde daaruit af dat de man in de macht was van een duistere kracht. X raadde de familieleden aan om de volgende nacht een mes op het hart van de man te houden. Zo gezegd, zo gedaan. Toen de klok twaalf uur sloeg, weerklonk er een luide slag, waarbij alle deuren in één ruk openvlogen en waarbij de zieke man tot tegen het plafond werd getild. Daarna is er niets meer gebeurd.

Een van mijn broers was ziek en 's nachts konden we hem niet in 't bed houden, zo ging die te werk. Ze zegden ons 'Ge moet eens naar Suske van 't hospitaal gaan, dat is ene die van alles weet'. En Suske kwam en toen had hij een koord en daar hing een sleutel aan die draaide. 'Ze hebben het jongske vast, ik zal ze doen inkomen die 't manneke vastheeft', zei Suske. Ik pakte 't broodmes op van 'colère' maar toen zei Suske 'Nu doe ik ze niet komen, maar weet ge wat, de volgende nacht moet ge een mes met de steel op 't hart van 't jongske houden.' En ik en een kameraad zaten toen aan weerskanten van 't bed en zo hadden we het mes vast. Gelijk 12 uur sloeg, kwam me daar een slag gelijk de donder, en alle deuren die gesloten waren, vlogen open en 't jongske vloog tot tegen het plafond. Daarna is daar niets meer gebeurd. Er leven nog veel mensen die dat gehoord hebben en die kunnen getuigen dat ik u niets wijsmaak.

Opgetekend door F. Beckers, Leuven, 1947 in Sint-Truiden

ONTDEKKING VAN DE DAG

Trofeeën aan de muur: het luie landleven

In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen. 

In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop. 




Lees: Franz AUMANN, Symboliek op het 'schoon verdiep' van het Sint-Truidense stadhuis, in Sint-Truiden een zoektocht naar symbolen, Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2002, p. 19-27; Het stadhuis van Sint-Truiden. Hart van de democratie, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2018, p. 56-61.