Een man uit Sint-Truiden die een kwaal aan zijn keel had, ging vaak bidden bij het beeld van de Heilige Marcoen in de Monnebrurenkerk. Op een dag zag de man dat hij tot in de kerk werd gevolgd door een heks. Daarop ranselde de man de heks eens flink af. In de rechtbank kreeg de man ongelijk, maar hij was wel van zijn kwaal verlost.
Bet Lahoe van aan de Warande was een heks met geschiedenis. Een man had van St. Marcoen aan z’n keel; voor z’n genezing ging hij vaak bidden voor het beeld van deze heilige in de Monne brurekerk; hij geraakte maar niet af van z’n kwaal tot hij op zekere dag zag dat Bet Lahoe hem tot in de kerk volgde; dat gebeurde daarna nog verschillende keren tot hij opeens Bet ferm afranselde; voor de rechtbank kreeg hij ongelijk maar hij was van z’n ziekte verlost.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Sint-Truiden
Na een ongeval of moord plaatsen familie of kennissen vaak ter plekke een gedenkteken. Zogenaamde moordkruisen zijn al eeuwen bekend. Een bijzonder, zeldzaam kruis is een 'zoenkruis', opgericht door de partij van de moordenaar als verzoening met de familie van het slachtoffer. In Groot-Gelmen leunt er zo eentje nog tegen de kerkhofmuur:
Dit + staet ter memorie
van Jan Morbiers soon van
Leonard(us) Morbier(s) en Margareta
Bartole(yns) die van leve ter
doot bracht is deur Gysen
Vasoens, a(nno) 1643 ten 30 july
bidt voor
die ziele
In de zomer van 1643 werd Jan, de zoon van oud-schepen Leonard Morbiers, gedood door zijn dorpsgenoot Gijs Vasoens in Groot-Gelmen. De omstandigheden kennen we niet. Wel bleef een verslag bewaard van de bemiddelingsvergadering in herberg Het Klaverblad in Sint-Truiden. De twee broers van de moordenaar vroegen deze verzoening voor twee 'goede mannen', zijnde juristen-schepen van de stad. Notaris Van Nuyst stelde het contract op. Onder meer de vader van het slachtoffer, diens schoonzoon als secretaris van de rechtbank Gelinden en Christina Steukers, de moeder van de moordenaar, waren aanwezig. Die laatste nam de vergiffenis aan die vader Morbiers schonk aan moordenaar Gijs.
De moordenaar, zelf dus niet aanwezig, moest onmiddellijk 150 gulden laten betalen voor kosten van begrafenis en andere, en een jaarlijkse rente van 6 gulden voor een jaarmis, op een stuk akker. Gijs moest binnen het jaar een stenen kruis oprichten op het plaatselijke kerkhof van 3,5 voet boven de aarde en met daarin de naam van Jan en zijn sterfdatum gekapt. Aan de armen van Groot-Gelmen zou hij 8 vaten koren geven en gebakken brood. Het brood was uit te delen in de week van de Sint-Maartenkermis, patroon van de parochie. De moeder van de moordenaar kreeg van de vader van het slachtoffer 3 vaten koren. Waarschijnlijk was ze onbemiddeld?
Alle notaris- en verteerkosten in het Klaverblad zijn voor rekening van Gijs of Gijsbrecht voluit, die een contactverbod van drie jaar krijgt met de kinderen en bloedverwanten van de vermoorde Jan.
We schenken hier en nu nog altijd aandacht aan de vermoorde Jan. Wat bewijst dat deze eeuwenoude vorm van verzoening werkt.